Vredesburo Nieuwsbrief nr. 86

#86

SDG 5: Gendergelijkheid

 

In deze nieuwsbrief o.a.: Vredesburo en de SDG’s.

COLOFON
nr. 86 maart/april 2020
Redactie: Berrie, Hans, Anita, Ljiljana, Jessie

Redactieadres:
Stichting Vredesburo Eindhoven
Grote Berg 41
5611 KH Eindhoven
tel: 040 2444707
e-mail: info@vredesburo.nl
Bankrekeningnr:NL33 TRIO 0784731578

Deze nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar.
De volgende nieuwsbrief zal in juni 2020 verschijnen.

 

Inhoud:

Redactioneel

Stageperikelen

De Bieb

Vredesburo en de SDG’s

Balans

 

Het zijn bizarre tijden. Aangezien iedereen dit al een keer heeft gemeld, ga ik daar niet verder op in. Alleen een kleine opmerking over de mensen van het Vredesburo: we waren in het begin van de crisis totaal lamgeslagen. Geen idee hoe we nu verder kunnen gaan, omdat een groot deel van ons werk stil ligt (lessen op scholen). Dat heeft een aantal dagen geduurd. Langzamerhand zijn we toen plannen gaan ontwikkelen en werkzaamheden gaan oppakken voor de toekomst. Het resultaat zullen we binnenkort tonen in deze nieuwsbrief. Het is trouwens ook de reden, waarom deze nieuwsbrief wat aan de late kant is. Eindelijk een legitieme reden.

Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief, waar ons werkplan in stond, kregen we een brief van een lezer, die zich afvroeg wat die SDG’s nou precies waren. Als je langere tijd met bepaalde termen werkt, dan worden ze een onderdeel van je vocabulair en denk je dat de ander wel weet wat je bedoelt. De realiteit is anders. In deze nieuwsbrief heeft Hans een stuk geschreven over SDG’s en wat die voor het werk van het Vredesburo betekenen.

Op de achterkant van de nieuwsbrief vindt u de balans van het Vredesburo voor het jaar 2019. Deze kunt u ook vinden op onze website, onder de link naar de ANBI-verklaring, maar ik vind dat mensen die geen gebruik maken van internet ook het recht hebben om deze in te zien. Op onze website staat ook een Verlies- en Winstrekening. Mocht u belangstelling hebben om die ook in te zien laat het me weten en dan stuur ik die naar u toe.

In de nieuwsbrief vindt u verder de normale rubrieken als Stageperikelen en de Bieb. In de volgende Nieuwsbrief zal het jaarverslag worden gepubliceerd over 2019.

terug

 

Hallo allemaal,

In de vorige nieuwsbrief heb ik al een beetje verteld over mijn stage en mijn afstudeerproject. Ik had veel moeite met het kiezen van het onderwerp. Ik heb toen gekozen voor het onderwerp “sociale veiligheid op school” en dacht toen ook dat het mijn laatste onderwerp zou zijn. Niks is minder waar en ik heb weer een ander onderwerp gekozen. Deze keer een onderwerp dat dicht bij mij staat namelijk “victim blaming na seksueel geweld”. Dat onderwerp bracht mij bij de volgende onderzoeksvraag: “wat is het effect van victim blaming op slachtoffers van seksueel geweld en wat kan er tegen victim blaming gedaan worden?”. Inmiddels heb ik het onderzoeksrapport afgerond en kom ik steeds dichter bij een uitvoering van mijn afstudeerproject.

In mijn onderzoek heb ik met veel ervaringsdeskundige gesproken en heb ik veel research gedaan naar victim blaming. Ik ben erachter gekomen wat het effect kan zijn, waarom mensen aan victim blaming doen en ook wat een oplossing kan zijn. De oplossing kan namelijk heel simpel zijn namelijk: empathie.
Door begrip te tonen en jezelf in te leven in de ander, kun je victim blaming voorkomen.

Nu was het mijn plan om een soort voorlichting te geven rond het onderwerp seksueel geweld en victim blaming, met als doel bewustwording creeren. Alleen is corona om de hoek komen kijken, dus ben ik nu aan het zoeken voor een goed alternatief om die bewustwording te creeren. Ik ben zelf heel erg benieuwd wat het alternatief gaat worden.

Jessie Peeters

Na vijf maanden heel hard te hebben gewerkt aan het Taal- en participatieprogramma voor internationale ouders, hebben we eind februari de succesvolle afronding van het pilotprogramma kunnen vieren. Alle ouders zijn voor de toets geslaagd en ze hebben diploma’s gekregen. De pilot is gedaan met negen internationale ouders van het Korein Kinderplein aan de Maria van Bourgondiëlaan en van basisschool De Troubadour.

Het doel van dit programma is internationale ouders, die geen Nederlands spreken, kennis en tools te geven om hun kinderen succesvol te kunnen ondersteunen in het Nederlandse onderwijssysteem.

Dit programma is specifiek gericht op ouders. Er wonen in Eindhoven ongeveer 15. 000 buitenlandse kenniswerkers en ze kiezen vaak voor een Nederlandse basisschool voor hun kind. We vinden het daarom erg belangrijk dat deze ouders de Nederlandse taal leren en dat ze vertrouwd raken met het Nederlandse onderwijssysteem.

Het programma gaat verder dan een gewone cursus Nederlands. We hebben materialen ontwikkeld waarmee ouders de opgedane kennis van de Nederlandse taal direct kunnen toepassen in de dagelijkse communicatie met hun kinderen en leerkrachten. De teksten die we gemaakt hebben gaan over oudervriendelijke onderwerpen en de situaties die ze in de praktijk, als ouders, meemaken. Het programma heeft ook het participatiecomponent.
Samen met het leren van de Nederlandse taal combineren we het delen van informatie en het bespreken van belangrijke onderwerpen die te maken hebben met onderwijs en opgroeien in Nederland. De gesprekken gaan over school/dagopvang, het gezondheidssysteem, communicatie en samenwerking met school/dagopvang, vrije tijd, veiligheid, gezond eten, opvoeding enz. We geven ook veel informatie over organisaties en instellingen die verschillende activiteiten en ondersteuningsprogramma’s aan kinderen en ouders bieden.
Meer informatie over de afsluiting van de pilotfase kunt u in deze artikels lezen:

Parents celebrate completing Language and Participation Program

These parents learned more than just Dutch

Ljiljana

 

terug

De volgende boeken zijn toegevoegd aan onze bibliotheek:
“The shape of wars to come”, van David Baker, Uitgave van The Hamlym Publishing Group, 1981, 177 pagina’s; “De achterkant van de Amerikaanse droom”, van Barbara Ehrenreich , Uitgeverij Atlas , 2005, 240 pagina’s; “The military in American politics”, van James Clotfelter, Uitgeverij Harper & Row, 1973, 244 pagina’s; “De koudste oorlog”, van Cyrus L. Sulzberger , Uitgeverij Elsevier, 1975, 126 pagina’s; “Lansen en snoeimessen”, van H.J. Neuman, Uitgegeven door Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken, oktober 1979, 288 pagina’s; “Nuclear war in Europe”, van H.W. Tromp, Uitgave van het Polemologisch Instituut Groningen, 1981, 302 pagina’s; “Macht en verbeelding”, van Femke Halsema, Uitgave van Lemniscaat, 2018, 71 pagina’s; “The logic of deterrence”, van Anthony Kenny, Uitgave Firethorn Press, 1985, 103 pagina’s; “Women of Cuba”, van Inger Holt-Seeland, Uitgeverij Lawrence Hill & Co, INC.,1982, 109 pagina’s; “Racisme op het werk”, van René Gabriëls, Uitgave van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW), 1997, 96 pagina’s; “Het spel om macht”, van Mauk Mulder, Uitgeverij Boom, 1982, 114 pagina’s; “Vrede wegen”, van drs. A.M. Oostlander, e.a., Uitgave van het Wetenschappelijke Instituut voor het CDA, juni 1986, 102 pagina’s; “The Rapid Deployment Force ”, van Jeffrey Record e.a., Uitgave van het Institute For Foreign Policy Analysis INC., 1981, 84 pagina’s; “Vrede versus Navo”, van Dr. J.L. Snethlage, Uitgegeven door de Wetenschappelijke Uitgeverij, 1971, 72 pagina’s; “Impressies”, Catalogus van tentoonstelling, Uitgave van Aida Nederland, 1996, 68 pagina’s; “Vervreemding en revolutionaire perspectieven”, van Ernest Mandel, Uitgeverij van Gennep , 1973, 173 pagina’s;

“Fascisme” van Madeleine Albright, Uitgeverij De Arbeiderspers, 2018, 304 pagina’s;

Een destructieve kracht is in de hele wereld bezig aan een hernieuwde opmars. En die kracht heeft volgens de voormalige US Secretary of State Madeleine Albright alle kenmerken van fascisme. Aan het eind van de jaren tachtig, toen de Koude Oorlog ten einde kwam, geloofde zij net als velen dat de democratie voor eens en altijd had gezegevierd. Maar bijna dertig jaar later lijkt de loop van de geschiedenis niet langer zeker. Instituten waar ze heel haar leven op kon rekenen worden aangevallen. Democratische principes worden aan de kant gezet en de notie ‘waarheid’ wordt belachelijk gemaakt door individuen met enorme macht. Overal waar Madeleine Albright komt wordt haar gevraagd: Wat denk je? Waarom gebeurt dit? Wat kunnen we doen? Albright roept ons op de fouten van het verleden niet te herhalen. Daarbij baseert ze zich mede op haar jeugdervaringen in het door oorlog verscheurde Europa en de kennis die ze opdeed als diplomaat.

“Vietnam, een tragedie 1945 – 1975”, door Max Hastings, Uitgeverij Hollands Diep, 2019, 846 pagina’s:

De Vietnamoorlog is het meest tragische conflict van na de Tweede Wereldoorlog en zorgde voor diepe verdeeldheid in de westerse wereld. De legendarische nederlaag van Frankrijk in de strijd bij Dien Bien Phu in 1954 kan als de laatste stuiptrekking van het Franse koloniale gezag in Indochina worden beschouwd en de van van Saigon in 1975 wordt alom gezien als de grootste militaire en politieke vernedering in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

De afgelopen jaren heeft Max Hastings – die zelf als journalist verslag deed van de oorlog en de chaotische terugtocht uit Saigon meemaakte – gesproken met veteranen van alle partijen in dit conflict om dit epische verhaal over deze epische strijd te creëren. Hij beschrijft de zorgvuldig geplande militaire operatie van Dien Bien Phu, het Tet-offensief van 1968, de bombardement op Noord-Vietnam, en geeft ook een inkijk in veel minder bekende gebeurtenissen als het bloedbad van Daido, waar een bataljon van het Amerikaanse Korps Mariniers bijna werd weggevaagd, en in de buitengewone herinneringen van de strijders van Ho Chi Minh. Het boek schetst de levendige werkelijkheid van de strijd in de jungle en op de rijstvelden die aan ten minste twee miljoen mensen het leven kostte.

Niet eerder in het politieke en militaire verhaal van het hele conflict zo met hartverscheurende persoonlijke ervaringen tot één geheel gesmeed als in dit boek, op een manier die de lezers van Max Hastings goed kennen. Volgens de auteur verdiende geen van beide partijen de overwinning in een strijd die veel lessen voor de 21ste eeuw bevat over het misbruik van militaire kracht om het hoofd te bieden aan lastige politieke en culturele vraagstukken. Hij heeft de getuigenissen van militaire leiders en boeren, staatslieden en soldaten bijeengebracht tot een buitengewoon document.

“Mijn kleine oorlog, dertig jaar aan het front”, door Rudi Vranckx. Uitgeverij Horizon, 2018, 431 pagina’s;

Reeds dertig jaar brengt Rudi Vranckx voor de VRT verslag uit over oorlogsconflicten. Van de val van Roemenië in 1989 tot de recente val van het IS-kalifaat in Syrië en Irak: Rudi Vranckx was erbij. In een waanzinnige wereld die wordt gedomineerd door buitensporig geweld en misleidende propaganda, gaat hij telkens op zoek naar de ware toedracht van een conflict en kleine verhalen van gewone mensen in de grote geschiedenis. Hoe hij zelf als journalist, en ook als mens, sinds drie decennia oorlogen beleeft, vertelt hij in dit boek aan de hand van een selectie uit zijn boeken, persartikelen columns en dagboeken.

“Geborgen bladzijden – oorlogs-dagboeken van jonge schrijvers”, samengesteld door A. Zapruder, Uitgeverij Querido, 2016, 560 pagina’s;

Anne Frank schreef haar wereldberoemde dagboek in Amsterdam maar zij was natuurlijk niet de enige die een dagboek bijhield tijdens de Tweede Wereldoorlog: in heel Europa waren er jongeren die hun dromen en angsten aan het papier toevertrouwden. Alexandra Zapruder bracht veertien van deze ontroerende en indrukwekkende dagboeken van schrijvers tussen de 12 en 22 jaar bijeen: van Elisabeth Kaufmann uit Parijs, Mozes Flinker uit Brussel, Elsa Binder uit Stanislawów, Klaus langer uit Essen en een aantal jongeren uit de getto’s van Vilnius, Lódz en Theresienstadt. Enkelen van deze dagboekschrijvers hebben de oorlog overleefd. Hun dagboeken geven een nieuw inzicht in het leven van kinderen gedurende de oorlogsjaren.

 

terug

Vredesburo en de SDG’s

De afkorting SDG is langzamerhand gemeengoed geworden in ‘onze kringen’. De afkorting staat voor: Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelen) . Het verhaal begint in 2000 als de Millennium Development Goals worden gelanceerd door de VN. Een programma waar bijna de hele wereld aan mee doet. De doelen in dat programma waren vooral praktisch gericht: meer mensen uit de armoede, meer kinderen naar school, beter drinkwater etc. En ja, als je terugkijkt zie je dat daar flinke positieve stappen zijn gezet. Dit programma werd in 2015 omgezet in een nieuw programma met als kernwoord ‘Sustainability’. Er waren een aantal significante veranderingen. Naast het in stand houden van een aantal praktische punten uit het eerste programma kwamen er nu ook een aantal gebieden bij die abstracter van aard waren: leefbare steden, duurzame economie, gelijkwaardigheid mannen en vrouwen, klimaat. Er zijn talloze websites waar je de uitgangspunten (17) kunt bekijken (bijv. www.sdgnederland.nl). Achter deze punten liggen talloze subdoelen en duizenden A4-tjes met tekst.

Betekenis hiervan in de dagelijkse praktijk:
Uiteraard was de bedoeling van de VN om dit gigantische pakket door de landen uitgevoerd te krijgen. Het moge duidelijk zijn dat er enorme verschillen zijn in de mogelijkheden die landen hebben om het uit te voeren en/of de bereidwilligheid om het totale pakket te omarmen. Voor een aantal landen was het dan ook meer een symbolisch ‘ja’ . Langzamerhand kwam er wel het een en ander op gang. In Nederland kwamen de eerste groepen die zich daarvoor gingen inzetten en gemeentes begonnen de SDG’s te gebruiken in de planning voor de toekomst (in het kader van duurzaamheid/fair trade/klimaat). Toch is het op dit moment nog een ondergeschoven en onbekend onderwerp (zeker nu zijn er heel andere zorgen als de naamsbekendheid van de SDG’s).
We hebben in het Vredesburo een aantal stagiaires een kort onderzoek laten houden onder de Eindhovense bevolking en het bleek dat A: bijna niemand wist wat het waren en B: als men het wist was men meestal de 50 gepasseerd en geïnteresseerd in het wereldgebeuren. Jongeren hebben blijkbaar wel wat ‘beters’(?) te doen als zich daarover te informeren.
In de praktijk van alledag zijn (gelukkig) een groot aantal punten uit dit pakket gemeengoed geworden in de discussie en het beleid voor de toekomst. Een aantal punten die volop de aandacht trekken en die essentieel onderdeel van de SDG’s zijn, zijn b.v. plastic problematiek, klimaatverandering en duurzaamheid (energie). Ook al kennen mensen de SDG’s niet, deze onderwerpen zijn wel een vast onderdeel geworden van de know-how van de Nederlandse burger.

En de gemeente Eindhoven…….
Eindhoven (fair trade gemeente ) heeft het afgelopen jaar duidelijk de uitgangspunten van de SDG’s omgezet in ‘beleid’. Men wil woorden als duurzaamheid en klimaatpolitiek omzetten in praktische oplossingen voor de toekomst. Makkelijk is dat niet altijd en er zal een stevige politieke discussie over gevoerd worden, zeker in relatie tot het beschikbaar geld en de economische effecten. Nochtans lijkt het erop dat men in grote lijnen (ook in Eindhoven) de SDG’s aanneemt als de richtingwijzer voor de toekomst. In Eindhoven is daarom het werkterrein ‘mondiale bewustwording’ eigenlijk al vervangen door ‘Eindhoven-SDG’. De verwachting is dat ook met deze verandering de subsidies en het beleid,waar tientallen kleine organisaties mee te maken hebben, een andere koers gaat krijgen.

En het Vredesburo………….
Voor het Vredesburo zullen er (een klein beetje koffiedik kijken ) een aantal zaken veranderen.
1: De financiering.
We krijgen subsidie van de gemeente die bestaat uit projectsubsidies en kleine activiteitensubsidies. Het moge duidelijk zijn dat de regels daarvoor aangescherpt worden en primair gericht worden op de SDG’s. Het zal moeilijker worden om andere zaken gefinancierd te krijgen die daar geen link mee hebben (al zijn de SDG’s erg breed). De gemeente zal ook meer kijken naar het economische belang en minder naar de ideologie van de organisaties. Al eerder heeft de gemeente dat vertaalt als “gebruik maken van het DNA van de stad” en heeft zij uitgesproken dat samenwerkingsverbanden aangegaan moeten worden tussen het particulier initiatief, bedrijfsleven en onderwijs. De gemeente zal daarin niet altijd een dirigerende rol spelen. Veelal wordt de uitvoering neergelegd bij ‘partners’ in de stad. De vrees bij sommigen is dat het ook een vaarwel is aan de organisaties die tientallen jaren opgekomen zijn voor mens en milieu en dat die plaats wordt ingenomen door bedrijven en grote instellingen. Het moge duidelijk zijn dat we gaan proberen om die unieke stemmen van de ‘grassrootsorganisaties’ te bewaren. Het zou een arme stad zijn als er geen divers geluid meer is.
2: De activiteiten van het Vredesburo.
Zoals al eerder gezegd vallen de meeste activiteiten van het Vredesburo onder de 17 hoofdpunten van het SDG-programma. Het zal wel in de toekomst noodzakelijk zijn om die verbinding duidelijker te maken en te verbinden met de stad. Het gaat nu om de verbintenis in de stad tussen informatie,bewustzijn en gedragsverandering richting de 17 doelen. Hoe duidelijker het Vredesburo in haar activiteiten deze link kan leggen hoe meer kans er is op financiering. De eerste aanzetten hiertoe zijn b.v. het opzetten van een werkgroep ‘SDG-onderwijs’ om te komen tot een Eindhovens aanbod aan het onderwijs over de SDG’s (misschien een e-learning module) en deze doelen centraal stellen en te onderstrepen tijdens de Vredesweek. Hoe de precieze activiteiten eruit gaan zien en hoe die veranderingen gestalte gaan krijgen zal verwoord gaan worden in het werkplan 2021. Al is op dit moment onduidelijk wat er dan wel en niet kan.

Het Vredesburo is ambassadeur van punt 16 van de SDG’s (Vrede, justitie en sterke publieke diensten). Dit punt is eigenlijk ook de samenvatting van onze doelstelling. Nochtans zullen wij met ideeën moeten komen om te laten zien dat onze activiteiten recht doen aan de mondiale agenda die wij uitvoeren in de stad waar wij sinds 1982 aanwezig zijn.

terug

 

BALANS 2019