Ditmaal met het algemene werkplan 2015.
COLOFON nr. 66 oktober 2014
Redactie: Berrie, Hans, Anita, Marja, Jacqueline, Hub, Rachel, Jop
Redactieadres: Stichting Vredesburo Eindhoven Grote Berg 41 5611 KH Eindhoven tel/fax: 040 2444707 Bankrekeningnr: NL33 TRIO 0784731578
Deze nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar. De volgende nieuwsbrief zal in januari 2015 verschijnen.
INHOUD
Redactioneel
Stageperikelen
De Bieb
Marja’s recensie
Recensie: Slaapwandelaars
De Blaadjes
Zijn en doen
Werkplan 2015 Algemeen
Hier is-ie dan weer. In deze nieuwsbrief is een groot deel gereserveerd voor het algemene werkplan van het Vredesburo. “Algemene” zult u zich misschien afvragen? Is er dan meer dan een? Jazeker, al enkele jaren wordt er voor onze werkzaamheden op het gebied van Vredeseducatie een apart werkplan geschreven (hetzelfde geldt overigens ook voor het jaarverslag). Tot nu toe is het werkplan (en jaarverslag) Vredeseducatie alleen gepubliceerd op onze website gewijd aan Vredeseducatie: www.vredeseducatieeindhoven.nl. Als u hierin geïnteresseerd bent, neem eens een kijkje op de website. We hebben nu echter besloten om ook dat werkplan te publiceren in de nieuwsbrief. Dus in de volgende nieuwsbrief zult u onze plannen op het gebied van Vredeseducatie kunnen lezen.
Er zijn nog een paar andere nieuwe ontwikkelingen die in deze nieuwsbrief vermeld worden. In de eerste plaats is er een nieuwe stagiair gestart. Hij stelt zich voor in de rubriek Stageperikelen. Marja schreef al regelmatig over boeken uit onze bibliotheek. In deze nieuwsbrief laat ook Hub zijn licht schijnen op een van de boeken. Tenslotte schrijft Hans in de rubriek Zijn en Doen een artikel over nieuwe ontwikkelingen bij de gemeente over subsidies op het gebied van Mondiale Bewustwording. Dit raakt direct aan de financiering van het Vredesburo.
In Zijn en Doen vindt u ook een verslag van de bijeenkomst over Syrië en Irak, getiteld Tussen Kalifaat en democratie. Het was een boeiende en goed bezochte bijeenkomst met een aantal sprekers, die vaak in dat gebied komen,
Verder natuurlijk de bekende rubrieken. Tot de volgende nieuwsbrief in januari.
Beste lezers,
Vorige keer heb ik me al voorgesteld en heb ik verteld over mijn project en dat ik stage loop bij het Vredesburo. Hier ben ik nog bezig met het project (het project ging over jongeren en subculturen). Nu wil ik activiteiten gaan organiseren in Helmond voor deze jongeren. Ik heb een aantal gesprekken gehad en ben bezig met het plannen van activiteiten en dit loopt nog. Ik hoop een plekje te krijgen in de Cacaofabriek waar ik mijn actie kan uitvoeren.
Verder komt er in oktober een groepje jongeren die ik ga begeleiden samen met Hans Matheeuwsen met hun stage. Dit project heet: ‘Wij en de Wereld’. Hierbij gaan we uitzoeken wat de stad Eindhoven nou precies betekent voor de mensen en voor de jongeren.
Ik heb er zin in!
– Rachel Jonkers
Mijn naam is Jop Nozza, ik ben 28 jaar en ik ben sinds kort stagiair bij Stichting Vredesburo. In mijn vrije tijd dans ik graag. Ik heb eens auditie gedaan voor een dansopleiding in Freiburg maar dat is helaas niets geworden. Ik doe een vorm van improvisatie die in de dans ook wel ‘instant composition’ wordt genoemd. Verder kan ik van simpele dingen genieten: een wandeling, een ontmoeting, koken…
Ik doe de studie Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) op de hogeschool Arnhem/Nijmegen. Ik woon dan ook in Nijmegen. Mijn voorkeur gaat in principe uit naar een wat kleinere organisatie. Ik las over Stichting Vredesburo en het spreekt me ook aan dat hier iets gedaan wordt om oorlog & vrede onder de aandacht te brengen. Het is iets waar ik de laatste tijd meer mee bezig ben. Ik word er ook direct mee geconfronteerd omdat ik ’s ochtends de krant bezorg in mijn wijk in Nijmegen. Ik vraag me bijvoorbeeld af hoe een ziekte als ebola nou eigenlijk met mij communiceert, terwijl ik hoog en droog lijk te zitten vlakbij de Waal, in Nijmegen.
In mijn stage ga ik meedoen in de organisatie van de Fakkeltocht. Ik vind het erg leuk dat mensen bij elkaar komen om stil te staan bij een onderwerp als verdraagzaamheid, ben benieuwd naar wat ze drijft en het interesseert me niet alleen dat ze zo’n tocht lopen maar ook hoe.
Verder ga ik hier een stagiaire begeleiden. Op mijn opleiding heb ik geleerd om een vorm van trajectbegeleiding te doen. Dit is eigenlijk iemand coachen zodat diegene zelf leert zien wat hij graag wil doen, bijvoorbeeld met de studie of, juist veel algemener, met zijn leven. Ik vind het, naast het voeren van gesprekken, ook leuk om met (rollen)spelen en dergelijke te experimenteren. Dit zijn ook dingen die aan bod komen bij de opleiding CMV.
Tenslotte ga ik een onderdeel van een plan schrijven voor de stuurgroep die de samenwerking tussen organisaties, waaronder Stichting Vredesburo, coördineert. Het gaat om organisaties rondom het thema mondiale bewustwording. Deze stuurgroep is opgericht omdat de Gemeente Eindhoven deze organisaties vanaf januari 2015 minder (financieel) ondersteund en er daarom meer samenwerking noodzakelijk lijkt.
Wellicht ga ik hier ook mijn afstudeeronderzoek doen. In ieder geval ga ik de volgende maanden een paar keer mee met Hans Matheeuwsen om te kijken hoe Stichting Vredesburo vredeseducatie geeft aan jongeren op school. Ik heb er zin in!
Onze bibliotheek is onlangs aangevuld met deze boeken: “Unctad in crisis”, van Nico Kussendrager, Uitgeverij Novib/Het Wereldvenster, 1983, 114 pagina’s; “Opstand der rechtelozen”, Uitgave van Boycot Outspan Aktie, 1976, 109 pagina’s; “Het Nederlandse bedrijfsleven in de derde wereld”, redactie Pit Gooskens, Uitgave van Landelijke India Werkgroep, 1989, 160 pagina’s; “Verschillende werelden”, van Thijs de la Court, Uitgave van Alliantie voor Duurzame Ontwikkeling, HIVOS en BijEEN, 1991, 159 pagina’s; “Nieuwe kleren”, van Guus Beumer, Uitgeverij De Balie/Gerrit Rietveld Academie, 1993, 116 pagina’s; “Ervaringen van Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden”, gez. uitgave van Commissie Ontwikkeling Bedrijven (COB) en SER, 1987, 228 pagina’s; “De democratie voorbij”, van Frank Karsten en Karel Beckman, Uitgeverij Aspekt, 2011, 87 pagina’s; “How to make nuclear weapons obsolete”, van Robert Jastrow, Uitgeverij Little Brown & Company, 1985, 175 pagina’s; “Wapenproduktie en werkgelegenheid” , door Marcel Meijs en Jan Prins, Uitgeverij Jan Mets & KUN, 1984, 349 pagina’s; “Bioterrorisme: Dichterbij dan u denkt!”, door M.F. van Berlo, Wageningen Academic Publishers, 2004, 92 pagina’s; “Atoomproeven, de Pacific, nucleair paradijs.”, René Damen e.a., Novib, Den Haag en Vredesopbouw, 1985, 87 pagina’s; “Nuclear Radiation in Warfare”, in opdracht van SIPRI, Uitgeverij Taylor & Francis Ltd., 1981, 149 pagina’s; “Blinding Weapons”, door Louise Doswald-Beck, Uitgave van International Committee of the Red Cross (ICRC), 1993, 371 pagina’s; “Waarom Washington meer wapens wil”, door Rob Gallenkamp, Uitgave Jan Mets, 1988, 164 pagina’s; “Telraam 1985”, door Prof.Dr.C. Voûte, e.a., Uitgave van de KUN, 1985, 126 pagina’s; “Gastarbeid ongewenst”, door Kees van Twist, Uitgeverij In den Toren, 177, 143 pagina’s; “De plausibiliteit van visies op wapenbeheersing”, door Tom Ottenheym, Uitgave Studiecentrum voor Vredesvraagstukken, 1985, 71 pagina’s; “Kruisraketten ongewenst”, redactie Flip ten Cate, e.a., Uitgave Jan Mets, KKN en de Horstink, 1983, 96 pagina’s;
“De afrekening”, door Maarten van Buuren, uitgeverij Lemniscaat, 2014, 364 pagina’s;
Dit taboedoorbrekende boek heeft zonder twijfel een rol gespeeld bij het recente besluit van het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, om het Nederlandse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog opnieuw onder de loep te nemen. Maarten van Buuren laat zien dat de werkelijkheid van het gewapende verzet – die voor een belangrijk deel bestond uit geweldpleging, onderlinge rivaliteit van bendeleiders, gewapende roofovervallen en liquidaties – in de naoorlogse geschiedschrijving werd verdraaid, geïdealiseerd en in christelijke zin gemythologiseerd. Uit dit boek blijkt dat deze beeldvorming in strijd is met de feitelijke bronnen. Voor zijn onderzoek maakte Van Buuren onder andere gebruik van archieven van het gewapende verzet zelf; die bronnen zijn dus onomstreden. Ook sprak hij met getuigen van de misstanden bij het gewapende verzet.
“De kunst van het vreedzaam vechten”, door Hans Achterhuis & Nico Koning, Uitgeverij Lemniscaat, 2014, 671 pagina’s.
Botsingen zijn geen noodzakelijk kwaad, maar juist een groot goed in een open samenleving, aldus Hans Achterhuis en Nico Koning in ‘De kunst van het vreedzaam vechten’. De vraag is alleen: hoe gaan we hiermee om en welke middelen zetten we in? In een lang beschavingsproces heeft de mensheid vaardigheden ontwikkeld die ons in staat stellen conflicten aan te gaan op een wijze die veel minder bedreigend is dan vroeger. Wij kunnen procederen, concurreren, onderhandelen, argumenteren, betogen, campagne voeren, sportieve competities aangaan.
MARJA’S RECENSIE
Vrouwen die de wereld veranderen
Titel: Vrouwen die de wereld veranderen Auteur: Jesse Goossens Uitgever: Lemniscaat, Rotterdam Jaargang: 2004 ISBN: 90 5637 633 0 Ondertitel: Gesprekken met Noreena Hertz, Vandana Shiva, Suzan George, Naomi Klein en anderen.
Samenvatting Waarom zou ik recht hebben op alles wat ik bezit, alleen door waar ik geboren ben? Het heeft niets te maken met keuzes die ik zelf heb gemaakt of dingen die ik heb gedaan. De onrechtvaardigheid is gewoon te groot om er niets aan te doen. Ik kán er iets aan doen. – Noreena Hertz
Activistische Journalistiek is de enige vorm van journalistiek die ik werkelijk kan begrijpen. Er bestaat in mijn opvatting gewoon geen scheiding tussen ‘werken in de media’ en ‘de wereld willen veranderen’. Absoluut geen. – Naomi Klein
Dit zijn verhalen van vrouwen die de wereld veranderen. Tien vrouwen vertellen waarom ze zich met hart en ziel inzetten voor een andere, betere wereld. Ze strijden voor een wereld waarin aandacht is voor zorg, onderwijs, milieu, armoedebestrijding en culturele diversiteit. Jesse Goossens beschrijft met verve wat deze vrouwen beweegt. Wat zijn hun passies? Waarom zijn ze tot actie overgegaan? Hoe beïnvloed deze beslissing hun manier van leven? Wat voor problemen komen ze tegen? Vinden ze voldoening in wat ze doen? ‘Tien persoonlijke portretten staan in dit boek. ‘Tien levende bewijzen dat verandering mogelijk is.
Eigen visie Toen ik aan dit boek begon had ik er een beetje weerstand tegen. Vrouwen die in de slachtofferrol kruipen. Op de M.O. Opleiding die ik gedaan had, was ook een docent die erg feministisch was. Maar toen ik het boek ging lezen vond ik het steeds boeiender worden. Maar voordat ik dieper op een voorbeeld inga, vertel ik iets over het boek. Elk hoofdstuk begint met een foto van die persoon, daarna volgt wat voor een activiteiten deze vrouw heeft ondernomen waardoor ze bekend werd. De teksten zelf zijn een soort interview, een gesprek met de vrouw.
Als voorbeeld geef ik nu het verhaal van Naomi Klein die een jaar in Irak geweest is. Ze is tegen de oorlog in Irak. Ze komt uit Toronto (Canada). Ze heeft er een boek over geschreven. De titel van dit hoofdstuk is dan ook: “Wie praat luistert niet”. Een mooie titel vind ik. Ze vertelt ook over haar ouders die activisten zijn. Ze werd vaak meegenomen naar bijeenkomsten en demonstraties. Ze wilde geen verlengstuk van haar ouders zijn en koos ervoor om niet meer mee te gaan met haar ouders. Blz 84: “Betrokkenheid moet een keuze zijn. Ik kreeg die keuze niet en werd gewoon meegenomen.” Haar ouders respecteerde de keuze van haar volledig. Hoewel ik eerst wat weerstand tegen het boek had, heb ik het boek toch met veel interesse gelezen. Ik heb respect voor de vrouw Naomi Klein die uiteindelijk besloot om haar eigen weg te gaan.
Marja Verheijke
RECENSIE
Titel: Slaapwandelaars, hoe Europa in 1914 ten oorlog trok Auteur: Christopher Clark Uitgever: De Bezige Bij Antwerpen Jaar: 2013
Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Dit heeft geleid tot een heuse golf aan documentaires en publicaties over dit onderwerp. Het boek van Clark gaat niet over de Eerste Wereldoorlog zelf, maar over de aanloop naar deze catastrofe. Hij beschrijft de complexe politieke situatie die Europa aan het begin van de twintigste eeuw in zijn greep hield. Het afbrokkelen van de invloed van het Ottomaanse Rijk, de opkomst van Duitsland als Europese grootmacht, met argusogen gevolgd door de Fransen, de economische ontwikkeling van Rusland die het land omhoog stuwde in de vaart der volkeren en het Oostenrijk-Hongaarse keizerrijk dat een anachronisme was geworden, worden uitgebreid besproken.
Al deze mogendheden hadden hun eigen belangen die soms conflicteerden met de belangen van de anderen. Het imperialisme speelde hierin een belangrijke rol. Iedereen probeerde zijn invloedssfeer uit te breiden. Duitsland was bezig een koloniaal imperium op te bouwen. De Italianen legden hun hand op een deel van het Ottomaanse rijk (Libië), hierdoor aangemoedigd probeerden de Serven hun invloed in de Balkan te vergroten, hetgeen weer leidde tot problemen met Oostenrijk-Hongarije.
De Russen probeerden hun positie in de Zwarte Zee en de Bosporus veilig te stellen, en tegelijkertijd in Perzië, India en China de invloed van de Engelsen terug te dringen.
De Europese grootmachten sloten onderling verdragen waarmee ze hun belangen trachtten te beschermen. Frankrijk, Engeland en Rusland vormden de Triple Entente, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië de Triple Alliantie. Een grote wapenwedloop tussen deze partijen legde de basis voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Nadat de fatale schoten in Sarajevo waren gelost volgden de gebeurtenissen elkaar snel op, een soort kettingreactie die niet meer te stoppen was. Clark beschrijft de loop van gebeurtenissen zeer gedetailleerd. De uiterst complexe diplomatie, inclusief botsende ego’s, miscommunicatie, bedrog en privé-belangen is soms niet te volgen. Wat mij opviel is dat enkele dagen voor het uitbreken van de oorlog nog volop over en weer gepraat werd over vreedzame oplossingen, terwijl de militaire trein al zo’n vaart had dat deze niet meer te stoppen viel.
Over de titel van het boek schrijft Clark: In die zin waren de hoofdrolspelers van 1914 slaapwandelaars, alert maar blind, opgejaagd door dromen maar onwetend van de realiteit van de gruwelen die ze over de wereld zouden brengen.
Titel: De Linker Wang oktober 2014, nr. 4 verschijnt 5x per jaar Uitgave: Stichting De Linker Wang
De Linker Wang is een tijdschrift, dat we sinds kort in onze collectie hebben opgenomen. Stichting De Linker Wang is in 1991 opgericht, kort na de oprichting van Groen Links. Ze omschrijven zich als de religiewerkgroep van Groen Links. Ze geven 5 keer per jaar een tijdschrift uit. Hierin wordt dieper ingegaan op de actualiteit van dat moment, waarbij religie een duidelijke invalshoek is. In het oktobernummer staat een interview met de voorzitter van PAX, Jan Gruiters. Daarin gaat het o.a. over de strategie van de Westerse landen met betrekking tot IS (Islamitische Staat). Hij stelt, dat militair ingrijpen vrijwel nooit tot de gewenste resultaten leidt.
In de rest van het tijdschrift is IS ook een thema, waar het gaat om religieus fanatisme in eigen land of om de gekleurde berichtgeving zowel “daar”als “hier”. Het laatste wordt beschreven in een column van Enis Odaci. Het gaat in het tijdschrift uiteraard niet allen om het thema IS, maar er is ook een aantal artikelen, die gaan over onze omgang met dieren. Ook is er aandacht voor de verschuiving van zorgtaken van de landelijke overheid naar de gemeenten.
Het is een afwisselend tijdschrift met leesbare artikelen, vanuit een duidelijke visie gebaseerd op een christelijke overtuiging.
Zoals alle tijdschriften die in deze rubriek zijn besproken, is ook De Linker Wang te lezen in ons kantoor. U kunt ook voor €16,00 een abonnement nemen door het geld over te maken op bankrekeningnummer NL60TRIO0390264393 ten name van De Linker Wang, Leidschendam, o.v.v. Abonnement De Linker Wang. Het tijdschrift is ook te lezen op de website van de Linker Wang: www.linkerwang.nl.
NIEUW GEMEENTELIJK BELEID IN 2015
De gemeente Eindhoven zal vanaf volgend jaar een andere koers gaan varen met betrekking tot mondiale bewustwording en internationale samenwerking. Aangezien het Vredesburo hier mee te maken heeft, hebben we even de gang van zaken op een rijtje gezet.
–—————————————–
Verleden:
Het gemeentelijke beleid maakte gebruik van stedenbanden om het beleid aangaande mondiale bewustwording en internationale betrekkingen vorm te geven: Gedaref, Chinandega, Bialystok, Minsk, Emfuleni waren de stedenbanden, die daarvoor gebruikt werden (verder had de gemeente ook een aantal economische banden met steden en een aantal vriendschapsbanden (jumelages)). Deze stichtingen werden ondersteund door de gemeente. Dit was een vorm die meerdere gemeentes in Nederland hanteerden.
Daarnaast was er een fonds (Fonds Mondiale Bewustwording) waar groepen, in het kader van mondiale bewustwording, kleine subsidies konden aanvragen voor activiteiten.
Deze zaken liepen via het Bureau Internationale Coördinatie van de gemeente Eindhoven.
En toen…………. besloot de gemeente het beleid, dat al erg lang werd gevoerd, nader te bekijken:
“Op 15 februari 2010 bent u middels een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de door Ecorys uitgevoerde evaluatie van de solidariteitsstedenbanden over de periode 2005 – 2009. Basis hiervoor was het Beleidskader Internationale Betrekkingen uit 2004. De evaluatie was de eerste fase van een proces om te komen tot herijking van het beleid” 19 april 2011
De uitkomst van onderzoek en discussie was:
Tijdens de commissievergadering van 30 oktober 2012 zijn alle fracties akkoord gegaan met het stopzetten van stedenband Eindhoven – Minsk. Enkele fracties hebben nog gepleit voor enig uitstel (half 2013 in plaats van 31 december 2012). Het vrijgekomen subsidiebedrag wordt bestemd voor mondiale bewustwordingsprojecten.
Achtergrond van dit besluit is herijking van het complete stedenbandenbeleid van Eindhoven. Ook stedenbanden met Soedan (Gedaref), Zuid-Afrika (Emfuleni) en Nicaragua (Chinandega) worden stopgezet. 8 november 2012
Natuurlijk ging dat allemaal niet “zomaar”
EINDHOVEN – Een aantal Eindhovense stedenband-stichtingen gaat ondanks het stopzetten van de gemeentelijke subsidie gewoon door met activiteiten en hulpacties.
Dat geldt in elk geval voor de Stedenband Eindhoven Gedaref, de Stedenband Eindhoven Chinandega en de Stichting Eindhoven Emfuleni, blijkt uit een rondgang langs de stichtingen. Op 19 maart buigt de Eindhovense politiek zich opnieuw over een voorstel van het college van B en W om de ‘subsidierelatie’ met de huidige stedenbanden stop te zetten. 28 februari 2013
De gemeente bleef bij de beslissing om het beleid te veranderen (er was wel veel waardering voor de stedenbanden en de door hen opgezette activiteiten).
En nu?………………….
De stand op dit moment:
1. de stedenbanden worden niet meer ondersteunt;
2. de gemeente heeft in de toekomst nog maar een zeer bescheiden capaciteit om te ondersteunen (0.5 FTE);
3. er is gekozen voor een “breed en ambitieus plan” (in de wandelgangen scenario 2 genoemd). De invoering gaat in op 01-01-2015. Niet alles in het plan is al concreet gemaakt;
4. er zijn een aantal uitgangspunten bepaald, de belangrijkste zijn:
* we moeten rekening houden met de gegevenheden, mogelijkheden en identiteit van de stad: brainport/design; * samenwerking met andere partijen (onderwijs, bedrijfsleven) is gewenst; * de gemeente gaat gebruik maken van nieuwe uitgangspunten van de Verenigde Naties (2015 en verder); * duurzaamheid en fair-trade spelen een belangrijke rol; * mondiale bewustwording en internationale betrekkingen horen bij elkaar: het is “Eindhoven en de wereld”, projecten kunnen buiten Eindhoven plaatsvinden.
Eindhoven gaat een eigen koers varen die niet helemaal parallel hoeft te lopen aan het landelijke beleid.
Sinds enige tijd zijn een aantal groepen actief bezig met de ontstane ontwikkelingen.
Wat “leeft” er op dit moment: * we willen meer samenwerking tussen de Eindhovense groepen en we zijn bezig met het ontwerpen van een goede manier om dat te bevorderen (stuurgroep, website, informatiebijeenkomsten); * we willen de aanwezige kennis, kunde en vaardigheden bij de groepen gebruiken om elkaar te ondersteunen en we gaan inventariseren wat we nodig hebben om goed voorbereid op de toekomst te zijn; * we willen ons gezamenlijk presenteren aan het Eindhovense publiek en laten zien wat er allemaal in de stad gebeurd; * we willen in voortdurend contact blijven met de gemeente: samen bouwen aan een goede uitvoering.
Mochten er over dit traject en de consequenties van het nieuwe beleid vragen zijn, aarzel dan niet om ze te stellen. Je kunt je vragen richten aan: info@vredesburo.nl t.a.v. Hans Matheeuwsen.
Tussen Kalifaat en democratie: ontwikkelingen in Syrië en Irak.
Woensdag 8 oktober, 20.00 uur
Door het jarenlang werken met asielzoekers op diverse asielzoekerscentra en mijn huidige werk bij Vluchtelingenwerk Helmond ben ik veel in contact gekomen met Koerden. Hierdoor had ik grote belangstelling voor de Informatieavond over de Koerden, gehouden bij de Hoogstraatgemeenschap en georganiseerd door Stichting Vredesburo Eindhoven.
Koerdistan is een gebied dat verdeeld is over Turkije, Irak, Syrië en Iran en een klein gebied in Armenië. De 50 miljoen Koerden op aarde hebben geen eigen land. Het gebied in Irak, de Koerdische Autonome Regio, is het enige deel van Koerdistan dat officiële politieke erkenning geniet.
De avond werd geopend door Murat Memis van de Koerdische Culturele vereniging Eindhoven. Daarna nam Matthea Vrij het woord. Zij is senior redacteur-verslaggever bij de radio-afdeling van de Evangelische Omroep (EO) en verblijft vaak in het Iraakse deel van Koerdistan. Matthea vertelde over haar ervaringen in het gebied. Ze heeft gezien hoe Christenen en Koerden in Zuid- en West Koerdistan samenwerken en vreedzaam met elkaar samenwonen.
In juni 2014 bezette een groep fundamentalistische moslims (ISIS, nu IS) de stad Mosul in het noorden van Irak. De groep riep de Islamitische staat uit, een kalifaat. Eerder had de groep al grote delen van Syrië en Irak bezet. IS voert een waar terreurregime. Duizenden Christenen uit Mosul zijn op de vlucht geslagen. IS heeft het ook gemunt op de Sjiieten en Yezidi’s. Deze laatste bevolkingsgroep werd bekend door hun vlucht naar de berg Sinjar en door de voedseldroppings. De Yezidi’s hebben een eigen taal, verwant aan het Koerdisch en een eigen religie verwant aan Zarathustra. Volgens Matthea heeft elk dorp in Koerdistan Irak zijn eigen religie en liggen deze dorpen met een en dezelfde religie gemengd door elkaar. Ze vertelde dat eigenlijk alle godsdiensten in Irak door IS getroffen worden en dat niemand zo hard tegen IS vecht als de Koerden. Heel raar als je weet dat de Koerden Soennitische Moslims zijn, net zoals de Jihadi’s van IS! Helaas worden de Koerden niet ontzien door de Islamitische Staat (IS). Matthea sprak met veel warmte over de mensen in ‘Mesopotamië’, een land waar zij zich duidelijk erg thuis voelt. De laatste keer dat zij er was, was afgelopen augustus.
Na Matthea was Toon Lambrechts aan de beurt. Hij is Belgisch journalist voor o.a. Knack en MO*. Hij bracht Roel Pulinx, mee, een Belgische documentairemaker. Toon Lambrechts die, samen met Roel Pulinx, Rojava (West-Koerdistan) bezocht, uitte zijn diep respect en bewondering voor de regio. “De Koerden hebben er zoveel bereikt! Ze hebben er een nieuw politiek systeem op poten gezet, economische structuren uitgebouwd en zelfs een nieuwe grondwet ontworpen. Alle minderheden, zoals Koerden, Yezidi’s, Turkmenen en Christenen leven en werken er samen in een federatieve bestuursvorm.
Rojava is een Koerdisch gebied in Syrië waarin de nu door IS omsingelde stad Kobani ligt (een stad die aan Turks Koerdistan grenst). Op dit moment heeft Rojava te maken met een economische en politieke boycot en met aanvallen van IS. De Koerden vechten nochtans een bloedige strijd uit tegen de Islamitische Staat (IS). Onthoofdingen en massa-executies en etnische zuiveringen vormen een constante bedreiging voor de etnisch en religieus gemengde bevolking van Noord-Syrië. Intussen groeit de druk op Turkije om meer te doen om een slachting in de stad te voorkomen.
Sinds 2012 is Toon Lambrechts niet meer in het gebied geweest, omdat de regio door de geheime dienst van president Assad, die overal aanwezig is, behoorlijk gevaarlijk geworden is voor journalisten.
Het werd een indrukwekkend relaas door Toon Lambrechts en Roel Pulinx. De beelden van de films die ze toonden zullen op mijn netvlies blijven staan. De laatste spreker was Sheruan Hassan en hij sprak namens de Democratische Unie Partij van Rojava. Volgens hem is IS al veel langer actief en is de razendsnelle opkomst van IS niet zomaar uit de lucht komen vallen. Hij sprak de wens uit dat er Apaches naar de regio gestuurd gaan worden.
Al met al was het een zeer interessante avond die erg druk bezocht werd door een zeer geïnteresseerd publiek: Nederlandse én Koerdische mensen. Als laatste zou ik zelf nog willen opmerken dat door de opmars van IS in Irak en Syrië de burgeroorlog in Syrië helaas langzamerhand in de vergetelheid raakt. Door mijn werk bij Vluchtelingenwerk, waar steeds meer Syriërs komen, voel ik het verdriet en de radeloosheid van deze mensen. Ondertussen zijn er sinds woensdag 8 oktober tal van nieuwe ontwikkelingen rond en in de stad Kobani. Als Kobani valt, is de grote vrees dat Turkije het volgende slachtoffer zal worden van IS.
Jacqueline