Zwijgen
het hart bonsde in haar keel als ze
met haar onderbroek
vol voedselbonnen
een controlepost passeerde.
het voelde of ze op gloeiende kolen liep
als ze gevolgd door haar vader
naar de schoenmaker ging
met codeberichten in haar schoen.
ze vroeg zich af of ze een goede moeder was
als ze een stapel verzetskranten
verstopte onder het matras
van het kinderbedje.
bij elke opdracht die ze kreeg
had ze moeite om rustig te blijven
ademhalen en het trillen
van haar handen te bedwingen.
het moeilijkste van al
vond ze het zwijgen.
ze mocht niemand
in vertrouwen nemen.
zelfs haar eigen moeder niet,
haar kinderen of vriendinnen.
want iedereen kon ongewild
haar geheim verraden.
de hele dag was ze op haar hoede
en was ze als de dood
dat ze gevraagd zou worden
naar haar ausweis.
bijna elke nacht schrok ze wakker
als ze meende iets te horen:
een klop op de voordeur
of gedempte stemmen.
maar met een uitgestreken gezicht
zei ze goeiedag tegen de buurman
waarvan ze bijna zeker wist
dat hij collaboreerde met de vijand.
de jonge soldaat die haar vroeg
of ze met hem uit wilde gaan
wimpelde ze af met te zeggen
ze kende het gevaar
de risico´s die ze nam
voor haar overtuiging
en haar liefde voor de vrijheid.
ze wist dat ze door zou gaan
omdat ze dat wilde, omdat het moest.
ze was voorbij het punt
waarop stoppen mogelijk was.
toen eindelijk na het bittere einde
iedereen opgedoft danste op straat
haalde zij alleen opgelucht adem:
niemand kende haar heldendaad.
piet van den boom