In dit nummer: JAARVERSLAG 2018
COLOFON
nr. 83 juni 2019
Redactie: Berrie, Hans, Anita, Marja, Ljiljana
Redactieadres: Stichting Vredesburo Eindhoven Grote Berg 41 5611 KH Eindhoven
tel: 040 2444707
Bankrekeningnr:NL33 TRIO 0784731578
Deze nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar. De volgende nieuwsbrief zal in september 2019 verschijnen.
INHOUD
Denkend aan Nederland.
Rapport SCP: Wat verbindt ons? Een studie naar Nederlandse identiteit.
Pakjesavond, koningsdag, fietsen, de vlag, de taal en zo nog 45 andere triviale dingen. Zo wordt het tenminste in de meeste media gepresenteerd. Dat zouden de dingen zijn, die onze identiteit als Nederlander bepalen. Nou, ik herken me daar totaal niet in en ik ben toch ook een Nederlander. Ik heb het rapport van het SCP niet gelezen en daarin zal het allemaal wel een stuk genuanceerder in staan, maar net als de meeste van mijn landgenoten, heb ik enkel de kranten gelezen. Er wordt wel genuanceerd door te zeggen, dat 80% van de mensen niet alles zullen onderschrijven, maar wat is de waarde van zo’n onderzoek dan. Zeker omdat in de kranten geschreven wordt dat we allemaal zo eensgezind zijn. Ik zie dit meer bijdragen aan de polarisatie in de maatschappij dan dat het ons meer zal verbinden. Zeker ook als je kijkt naar wat die identiteit zou bedreigen: Islam, EU en polarisatie. Dit soort onderzoeken levert een momentopname op van wat identiteit is, maar veel mensen zullen dit beschouwen als de vastgelegde definitie van de identiteit van de Nederlander. Als je dit onderzoek echter 100 jaar geleden zou hebben uitgevoerd, dan denk ik niet dat mensen van nu zich in de uitslag zouden herkennen. Identiteit is, net als cultuur, iets wat voortdurend verandert. Mensen zullen eruit halen wat in hun straatje past en dat als norm hanteren (Zwarte Piet is belangrijk voor onze identiteit, want het is een traditie en tradities vinden wij belangrijk), terwijl een andere groep andere dingen belangrijk vindt en dat als norm zal hanteren (Zwarte Piet is discriminatie. Als Nederlanders zijn we tegen discriminatie, dat is onze traditie en tradities vinden we belangrijk).
De volgende Nieuwsbrief verschijnt in september.
Beste lezer,
Vorige keer heb ik jullie meer verteld over mijn onderzoeksthema, dat ik heb gekozen voor de afstudeerscriptie. Dat is het partnerschap tussen expatouders en de leerkrachten op basisscholen. Ik ben er druk mee bezig. Als het goed is lever ik de scriptie op 23 augustus in. Inmiddels ben ik voor alle andere tentamens geslaagd. Dus nog even en dan heb ik mijn diploma binnen. Dat wordt een feest.
De school waarmee ik afspraken heb gemaakt om leerkrachten en de expatouders te interviewen heeft, vanwege het verhuizen naar een nieuwschoolgebouw, afgezegd. Dat was een tegenvaller en daardoor loop ik wel behoorlijk vertraging op met het afstuderen. Dat gebeurde net voor de meivakantie en ik kon pas na twee weken een nieuwe school gaan zoeken. Gelukkig heb ik snel een andere school, waar ook veel expatkinderen zitten, kunnen vinden.
Voor mijn afstudeerscriptie moet ik 10 mensen interviewen. Ik heb gekozen voor drie leerkrachten, een intern begeleider, vijf ouders en voor de Wijeindhoven-generalist die verbonden is aan de school. Hoewel ik nog niet klaar ben met mijn conclusies en aanbevelingen kan ik alvast aan jullie een paar dingen verklappen:
* De scholen staan open om de ouders te helpen, maar ze weten niet wat hun behoeften zijn;
* De ouders willen graag meer betrokken zijn op school, maar de Nederlandse taal en de onwetendheid, over de manier waarop het onderwijssysteem functioneert, is een grote barrière voor de ouders om de leerkrachten proactief te benaderen;
* Voor de meeste geïnterviewde ouders is de school de enige plek waar ze in contact komen met Nederlanders, vooral de moeders die geen baan hebben;
* De ouders hebben veel verschillende vaardigheden en kennis die ze graag willen en kunnen inzetten om vrijwilligerswerk te doen op school;
* Wijeindhoven doet niks om de expatouders met de school en met de buurt te verbinden.
Volgende keer deel ik met jullie meer informatie over de onderzoeksresultaten.
Naast het werken aan mijn afstudeerscriptie ben ik ook bezig geweest met het begeleiden van vrijwilligers die de conversatielessen verzorgen. De vrijwilligers werken al een jaar samen en ze kunnen nu wel wat meer verantwoordelijkheden voor de lessen op zich nemen. Daarom heb ik een aantal bijeenkomsten geïnitieerd waar we de verantwoordelijkheden tussen hen hebben verdeeld op basis van hun beschikbaarheid, vaardigheden en interesses. Het vrijwilligersteam werkt nu als een zelfsturend team en ik heb meer tijd om te besteden aan organiseren van nieuwe activiteiten. Sinds 20 juni worden de conversatielessen in The Student Hotel gegeven in plaats van in het Inkijkmuseum.
Fijne zomervakantie!
Ljiljana.
De volgende boeken zijn ingevoerd in onze bibliotheek:
“Het Aanzien. 40 jaar vrede?”, Samenstelling: Peter Roorda, Uitgeverij Het Spectrum, 1985, 256 pagina’s; “Erfgenamen van moeder aarde”, Uitgeverij BijEEn, Derde Wereld Informatiehuis, 1989, 160 pagina’s; “Het ondergrondse Vrij Nederland 1940-1945”, Uitgeverij Het Wereldvenster, 1970, 239 pagina’s; “Terug in de tijd”, van Dick Walda, Uitgeverij Keesing, 1974, 151 pagina’s; “Gerechtigheid en barmhartigheid”, Uitgeverij Kok – Kampen, 1989, 143 pagina’s; “Om de ander”, van Cor Arends, e.a., Uitgeverij Ambo, 1987, 151 pagina’s; “De kraakgeneratie”, van Inge Poppe, Sandra Rottenberg, Uitgeverij De Balie, 2000, 156 pagina’s; “Zelfportret”, van Catrien Ariëns en Bertien van Manen, Uitgeverij Sara, 1982, 141 pagina’s; “Wat zegt de bijbel over oorlog en vrede.”, van dr. J. Vlaardingerbroek, Uitgeverij Boekencentrum b.v., ‘S-Gravenhage, 1985, 93 pagina’s; “Niet verloren, niet gewonnen”, van Sigfrid Fronius, Uitgeverij Het Wereldvenster, 1978, 184 pagina’s; “De ontdekking van de Derde Wereld”, van Maarten Kuitenbrouwer, Uitgave van SDU , 1994, 277 pagina’s; “Het verloren jaar”, van Johan Lenvain en Marc Hurkmans, Uitgeverij Epo Dossier, 1990, 118 pagina’s;
“De oorsprong van onze politiek (1)” van Francis Fukuyama, Uitgeverij Olympus, 2014, 572 pagina’s: Het is tijd voor een nieuwe geschiedenis van onze democratie. Francis Fukuyama is als geen ander geschikt om deze geschiedenis op te tekenen: hij schrijft en spreekt er al tientallen jaren over. In dit boek vertelt hij hoe maatschappijen de ondergang maakten van een organisatie die gebaseerd was op familie- en stamverbanden naar een meer objectieve vorm van organisatie, gebaseerd op politieke verhoudingen die we ook nu nog hanteren. Veel problemen waarmee ontwikkelingslanden en mislukte staten te maken hebben – nepotisme, corruptie, chaos, – kunnen verklaard worden uit het feit dat ze de stap naar een moderne organisatievorm nooit hebben gemaakt. In deze omvattende geschiedenis gebruikt Fukuyama niet alleen inzichten in de politiek, maar ook uit de economie, de antropologie en de sociologie.
“De oorsprong van onze politiek (2)” van Francis Fukuyama, Uitgeverij Olympus, 2014, 720 pagina’s: Het tweede deel, Orde en verval, gaat verder waar het eerste ophield: bij de Franse Revolutie. Fukuyama laat zien hoe sterke, onafhankelijke politieke instituties ontstonden – en hoe belangrijk het is dat die ter verantwoording worden geroepen. Hij schrijft over de gevolgen van corruptie en over de manieren waarop die te bestrijden valt; over de erfenis van koloniale politiek in Latijns Amerika, Afrika en Azië en hij legt uit waarom staten mislukken. Van de zo noodlottige afgelopen Arabische Lente tot de impasse van de Amerikaanse politiek: de democratie heeft het moeilijk. Een goed functionerende staat komt niet zonder moeite tot stand: De oorsprong van onze politiek laat op overtuigende wijze zien, met oog voor detail, maar zonder ooit de grote lijn uit het oog te verliezen, wat de sleutels voor succes zijn. Een standaardwerk voor iedereen die iets van de wereld wil begrijpen.
Marja’s recensie
Irak
Titel: Irak
Auteur: Mohammed Hassan & David Pestieau
Redactie: Mariena Dewulf
Uitgever: EPO vzw
Jaargang: 2004
Ondertitel: Oog in oog met de bezetting
ISBN: 90 6445 335 7
Samenvatting
9 april 2003. Bagdad valt. De top van het Amerikaanse leger beschouwt de oorlog tegen Irak als voorbij. Het regime van Saddam Hoessein is als een kaartenhuisje ineengezakt, zo lijkt het, en de bevolking zal de bevrijders onthalen. Het duurt niet lang of de Irakdroom wordt een nachtmerrie: dagelijks komen VS-soldaten om, helikopters worden neergehaald. Beelden zoals uit de dagen van de Vietnamoorlog. En na de arrestatie van Saddam Hoessein groeit het verzet: gewapende aanvallen tegen de bezetter en zijn collaborateurs, manifestaties van werklozen, bijeenkomsten van vrouwen en jongeren die de steden bedelven onder affiches en slogans tegen de bezetter. Welke zijn de historische en sociologische wortels van dit verzet? Wie maakt er deel uit van dit verzet? Zijn het terroristen of verzetsstrijders? Een andere kijk op het Irak van vandaag.
Eigen visie
In 1990 viel Irak Koeweit binnen. Amerika en Groot Brittannië verklaarden de oorlog aan Irak. Heel veel landen deden mee. Ook Nederland was bij deze oorlog betrokken. Maar bezint eer ge begint. Lang niet iedereen was voor deze oorlog. Wat wilden de Amerikanen en de Engelsen nu eigenlijk? Saddam Hoessein verdrijven? Die zat er al jaren. Een democratie brengen? Het was niet zo duidelijk. Wel werd steeds meer duidelijk dat het om de olie ging, economische belangen dus. De Amerikanen en Engelsen wonnen deze oorlog. Maar wij hoorden alleen de berichten van onze kant. In 2003 vielen Amerika en Groot Brittannië weer Irak binnen omdat men dacht dat er massavernietigingswapens waren. Deze zijn echter nooit gevonden. Saddam Hoessein is door de Irakezen zelf gevangen genomen, berecht en ter dood veroordeeld. In 2006 is hij opgehangen. De rotzooi ging door. Dus de tegenstanders hadden gelijk gekregen. Ingrijpen heeft niets opgelost en de bevolking, waarvoor je het eigenlijk wil doen, kreeg het steeds slechter. Een voorbeeld hiervan is op bladzijde 19:
“Vóór de oorlog in 1991 had Irak een uitstekend gezondheidssysteem met gratis gezondheidszorg voor iedereen. Het embargo deed het systeem ineenstorten. Het tekort aan geneesmiddelen voor behandeling van hartziekten, diabetes en kanker loopt sinds het begin van de tweede oorlog nog op. Een toenemend aantal kinderen heeft diarree, die vaak leidt tot uitdroging. Één baby op 4 wordt geboren onder het normale geboortegewicht. Één kind op 4 is ondervoed.”
Zelf heb ik een keer een man uit Irak Nederlandse les gegeven. In die tijd werd Saddam Hoessein opgehangen. Ik heb met de leerling over de de situatie in zijn land en over Saddam gepraat. Het was een heel goede en fijne les geworden. Hij leerde Nederlands en samen konden we praten over de moeilijke situatie in zijn land. Toen Irak in 2003 weer werd aangevallen omdat men op zoek was naar massavernietigingswapens, ben ik met mijn moeder naar de demonstratie in Amsterdam geweest. Er werd gedemonstreerd tegen weer een oorlog tegen Irak. De bevolking in Irak lijdt eronder en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Voor iedereen die interesse heeft voor de situatie in Irak en de geschiedenis van dit land kan ik dit boek aanbevelen.
Marja Verheijke
April 2019