logo

 

cover

 

COLOFON

nr. 53 juli 2011
redactie: Berrie, Hans, Anita, Samira, Marja, Tony, Bas en Bart.

Redactieadres:
Stichting Vredesburo Eindhoven
Grote Berg 41
5611 KH Eindhoven
tel/fax: 040 2444707
e-mail: info@vredesburo.nl
Postbanknr: 5265491

Deze nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar.
De volgende nieuwsbrief zal in october 2011 verschijnen.

INHOUD

REDACTIONEEL
KEES KONING EN DE VREDESBEWEGING ANNO 2011
STAGEPERIKELEN
DE BIEB
MARJA'S RECENSIE
RAAR MAAR WAAR
DE BLAADJES
ZIJN EN DOEN!
WERELDREIZIGERS

 

 

REDACTIONEEL

Het is weer de tijd van het jaar, waarin we afscheid nemen van mensen, die een jaar lang meegeholpen hebben en die hier hopelijk wat geleerd hebben voor de rest van hun leven. Samira neemt afscheid als stagiaire, maar we hopen haar als vriendin nog vaak te zien in het Vredesburo.
We kunnen ook 2 nieuwe stagiairs verwelkomen. Tony en Bart zijn in de afgelopen tijd bij ons stage komen lopen. In afwijking van wat normaal is voor ons, zijn het deze keer geen stagiairs uit het Sociaal-Cultureel Werk. Waar ze wel vandaan komen en waarom ze hier stage lopen kunt u lezen in de rubriek Stageperikelen.
Op 21 september is het de Internationale Dag van de Vrede. We zullen hieraan, zoals in de afgelopen jaren, weer aandacht besteden. Ons plan is dit jaar om op de Markt in Eindhoven een aantal stands te plaatsen en daar met een aantal bevriende organisaties aandacht te vragen voor deze speciale dag. Ons streven is om deze dag op den duur net zo bekend te maken als Kerstmis en Pasen en dat mensen elk jaar deze dag zullen vieren, zoals hij bedoeld is: in vrede en met respect voor elkaar.
In de rubriek Zijn en Doen zien we Samira nog een keer terug. Ze schrijft hierin over haar projekt, dat tot uitvoering is gekomen. In vorige nieuwsbrieven heeft ze geschreven over haar problemen met de praktische invulling van haar stage. Het uiteindelijke resultaat wordt in deze nieuwsbrief beschreven, met daarbij nog wat beschouwingen over hoe het tot stand is gekomen.
Op 22 juli van dit jaar is het precies 15 jaar geleden dat vredesactivist Kees Koning is overleden. We staan hier in deze nieuwsbrief bij stil in de vorm van een beschouwing over de veranderingen, die sinds het overlijden van Kees, in de vredesbeweging hebben plaatsgevonden en wat we nog steeds van Kees kunnen leren.
De biografie van Kees kunt u lenen in onze bibliotheek. Hoe u dat kunt doen, kunt u lezen in de rubriek De Bieb.
Verder de bekende rubrieken als De Bieb, Marja's recensie en De Blaadjes.
Ook vindt u nog een aankondiging van een nieuw onderwijsproject, waaraan u uw bijdrage kunt leveren, mocht u geïnteresseerd zijn.
Tenslotte wensen we u een prettige vakantie en tot de volgende nieuwsbrief.

terug

KEES KONING EN DE VREDESBEWEGING ANNO 2011

Kees Koning

15 jaar geleden overleed Kees en bijna 9 jaar geleden kwam het boek over zijn leven uit.
We willen als Vredesburo toch even stilstaan bij dit gegeven. Niet om te gaan roepen dat vroeger alles beter was of om te vervallen in een romantisering van een tijd, waarin de Vredesbeweging een sterke, sociale kracht was.
We zijn doorgegaan en hebben moeten constateren dat de Vredesbeweging voor een gedeelte verdwenen is. Terwijl de wereld overspoeld wordt met geweld is het soms angstwekkend stil in Nederland als het gaat om een pacifistisch tegengeluid.
Uiteraard kunnen we bespiegelen en allerlei oorzaken aanwijzen, we kunnen daarover publiceren en praten. We kunnen in bijeenkomsten er aan refereren, maar dat verandert niets aan het feit dat we moeten roeien met de beschikbare riemen. En juist dan worden we weer gesterkt door de manier waarop Kees te werk ging: vanuit een sterke innerlijke overtuiging. Het is een vraag aan ieder individu. Het vraagt niet “of er mensen genoeg zijn” maar of jij bereid bent om de fakkel op te pakken en door te geven.
Nieuwe tijden vragen om nieuwe aanpakken. De tijd van directe actie is vervangen door het leggen van internationale netwerken. Maar toch…….soms is het goed om te laten weten dat we er nog zijn en dat onze stem zal blijven klinken

Medewerkers en bestuur van het Vredesburo

terug

stageperikelen

Het zit er weer op. Mijn stageperiode bij het Vredesburo is geëindigd. Ik kan haast niet geloven hoe snel het is gegaan, terwijl er wel een hoop gebeurd is. Een hoop gefilosofeerd, gepraat, gediscussieerd, nagedacht, mezelf ontwikkeld etc. Van alle stageplaatsen, die ik gedurende mijn opleiding Sociaal Cultureel Werk gehad heb, was deze nog wel het meest aangrijpend. Aangrijpend in de zin van ervaringen opdoen, persoonlijke ontwikkeling, organisatiesfeer, het ‘erbij horen’. Ik werd zelden voorheen zo goed geaccepteerd, zo goed gewaardeerd en zo goed begrepen als bij het Vredesburo. En dat meen ik oprecht.
Los van de ‘Vredesburo-mensen’ die vonden dat ik een prettige aanwezigheid was, voelde ik me er zelf ook prettig. De ‘chemie’ was zeker wederzijds. Ik voelde me goed bij het Vredesburo. Ik had het idee dat ik alles kon zeggen zonder dat ik daar op veroordeeld werd. Kortom; ik kon gewoon mezelf zijn. Ik besef ook wel dat het Vredesburo (en gelijksoortige organisaties) absoluut zeldzame plekken zijn waar je zo behandeld wordt. Van tevoren werd ik min of meer bestempeld als ‘het moeilijk opererende meisje’. Het soort dat zich niet duidelijk profileerde en identificeerde. Een meisje dat zich nauwlettend terug trok en zich weinig aantrok van de bestaande hiërarchie van een bepaalde reguliere organisatie. Dingen die klaarblijkelijk niet golden voor het Vredesburo. Zo werd ik niet gezien. Moeilijk was ik niet. Behalve wat persoonlijke feiten, die ook hier wel doordrongen, maar die niet gezien werden als een probleem. Maar juist als voorwaarde voor groeiende ontwikkeling. Bijvoorbeeld mijn eigenwijsheid, eigenzinnigheid, stemmingswisselingen die ik weigerde te verbergen, mijn af en toe scherpe tong, mijn moeizame weg naar het opvolgen van advies en mijn lieflijke houding, die ervoor zorgde dat bovengenoemde dingen toch wel zonder veel afkeurend commentaar werden bejegend. Het werd geaccepteerd. Dus IK werd geaccepteerd. Mijn werk en handelswijze werden geaccepteerd.
De ruime bewegingsvrijheid die ik van het Vredesburo kreeg om ‘mijn ding’ te doen, en om mij zo zelfstandig mogelijk te laten, bleek juist goed te werken. Mijn functioneren deed mijn ontwikkeling daardoor goed, in plaats van dat het minder werd. Ik realiseer me dat ik dit zelden ergens nog zal krijgen, maar dat hoeft ook niet. Want de kans heb ik al gekregen, en ik kan nu verder zonder dat mijn ontwikkeling daar nog negativiteit van zal ondergaan. Waar dan ook.
En ja, ik vind het moeilijk om het Vredesburo te ‘verlaten’. In principe doe ik dat niet, want ik zal nog wel met regelmaat langskomen. Maar er zal ook een tijd komen dat ik minder in staat ben met dezelfde regelmaat te komen. Maar dat geeft niet, want afscheid bestaat niet. Het is een zeer leerzame stageperiode geweest, en ik dank dan ook het Vredesburo voor de kans en de ruimte die ik heb gekregen om te zijn wie ik nu ben. Jullie zijn geweldige mensen. Bedankt! En tot snel!

Samira.

terug

Sta met toe mezelf voor te stellen. Ik ben Bart Fievez en ik loop stage bij het Vredesburo tot eind September 2011. Ik volg een deeltijd opleiding Toegepaste Psychologie aan de Fontys. Tot eind maart was ik werkzaam bij Philips. De tijd staat me nu toe om voltijds bij het Vredesburo werkzaam te zijn.
Ik ben 35 jaar en woon in Eindhoven. Buiten mijn opleiding en stage houd ik me bezig met meditatie en een opleiding tot yogadocent.
Mijn stage bestaat uit het samenstellen van een programma gericht op voorlichting en training rond cyberpesten. Cyberpesten, of digitaal pesten is een steeds groter wordend probleem. Het cyberpesten is het uitschelden, belachelijk maken en buiten sluiten via mobiele telefoon of internet. Je kunt hierbij denken aan pesten via e-mail, het zonder toestemming plaatsen van intieme of gemanipuleerde foto’s op Hyves of Facebook en het sturen van bedreigingen per sms.
Kenmerkend voor deze nieuwe vorm van pesten is dat het vrijwel onzichtbaar blijft voor volwassenen. Ouders hebben over het algemeen minder kennis van internet en mobiele telefoons dan hun kinderen. Daarnaast gebeurt cyberpesten buiten school om.
De school heeft daardoor geen zicht op wat er gebeurd.
Digitaal pesten kan anoniem gebeuren en is venijnig vanwege de anonimiteit, het ontbreken van getuigen en de soms verregaande consequenties. Het slachtoffer voelt zich machteloos en angstig.
Er gebeurt nu al heel veel rond pesten en pestpreventie. Het cyberpesten blijft echter moeilijk grijpbaar. Juist omdat het zich ook gedeeltelijk buiten de school afspeelt. Dit betekent dat er een bredere aanpak mogelijk is en ook buiten scholen voorlichting zou kunnen plaatsvinden.
Mijn training richt zich hoofdzakelijk op leerlingen in de leeftijd 11 tot 14 jaar.
Ik ontwikkel een alternatieve aanpak.. Een belangrijk element is het idee van anonimiteit. Uit recent onderzoek blijkt dat mensen extremer en negatiever gedrag laten zien wanneer ze anoniem(er) zijn. Echter het tegenovergestelde is ook waar. Wanneer je mensen op hun persoonlijkheid aanspreekt zullen ze socialer en positiever gedrag naar anderen laten zien. Daarnaast is het zo dat als je bij mensen empathie en humaniteit oproept ze op een humanere wijze met anderen omgaan. Het versterken van de menselijke kant leidt tot een beter gedrag naar anderen toe. Dit kun je ontwikkelen door geconcentreerd positieve boodschappen gericht op jezelf en op anderen te herhalen.
Naar ouders en leerkrachten toe zal een uitleg plaatsvinden over de rol van anonimiteit. De precieze verschijningsvormen van pesten via internet veranderen ook razendsnel. Het is dan ook beter om handreikingen te doen om de kinderen te helpen op een goede manier met de noodzakelijke anonimiteit om te gaan die op internet plaatsvindt.
Het is interessant om hier nu een praktische insteek voor te zoeken.

Bart

terug

Geachte inwoners van het Koninkrijk der Nederlanden. Ik ben student Orientaalse Talen en Communicatie (specialisatie Japan) aan de Hoge school Zuyd te Maastricht en ben één van de stagiaires van de nieuwe orde. Nu vraagt u zich waarschijnlijk af; wat moet dat bij het Vredesburo? Dat is precies hetzelfde wat ik dacht toen ik voor de eerste keer het Vredesburo binnenliep. Maar na een gesprek met de Hans over de visie en werkwijze van het Vredesburo wist ik dat ik aan het juiste adres was. Het Vredesburo biedt stagiaires een plek om (ongeacht je opleiding) jezelf verder te ontplooien en om zelfstandig de op school meegekregen theorie in praktijk te kunnen brengen. Mocht je er niet uit komen dan is er altijd wel iemand die je in de juiste richting kan sturen, maar uiteindelijk komt het wel op jezelf aan of je stage een succes wordt. Dit betekent in de praktijk veel vrijheid, maar brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee.
Ondanks dat ik van mezelf weet hoe gevaarlijk vrijheid (heb nogal de neiging om dingen uit te stellen) is, kan vrijheid (en verantwoordelijkheid) voor mij ook heel motiverend werken. Een 9 tot 5 stage bijvoorbeeld waar ik de hele dag achter een bureau Japans-Nederlands/Nederlands-Japans vertalingen zou moeten doen, zou de doodslag betekenen voor mijn hersenen. Des te meer ben ik in mijn nopjes daar ik nu bij het Vredesburo zelf kan bepalen welke onderwerpen ik behandel, of ik overdag of s’nachts aan de stage werk, desk of field research doe etc.
“Allemaal leuk en aardig maar wat ga je dan doen?” vraagt u zich nu wellicht af. Vanuit het Vredesburo wordt een eigen inbreng over de inhoud van de stage geapprecieerd en zodanig is er gezamenlijk besloten dat ik me de komende maanden bezig zal gaan houden met (en misschien wel druk maken om) Japan in Japan. De keuze voor Japan ligt ,gezien mijn opleiding, misschien voor de hand, maar het is wellicht interessant juist vanwege de aandacht die Japan de laatste tijd kreeg/krijgt in de media.
Vanuit vertrek- en thuisbasis in Osaka zal ik me gaan verdiepen in de geschiedenis, cultuur en moderne samenleving om hopelijk uiteindelijk een kijkje te kunnen nemen in de ziel van Japan. Dit begint uiteraard met een literatuurstudie, maar vraagt van mij voor het grootst gedeelte een actieve instelling: bijvoorbeeld het participeren in culturele activiteiten, meehelpen bij een voedselbank, contacten leggen met anti-kernenergie/-wapensbewegingen, etc. Mijn ervaringen en bevindingen zullen worden verwerkt in een blog en ik verwelkom u dan ook van harte om een kijkje te nemen op www.tale-of-the-intern.blogspot.com voor de laatste stand van zaken.

Tony

terug

DE BIEB

Ons bibliotheekbestand is, na lang zoeken en uitproberen, tegenwoordig online te bekijken. Als je onze website (www.vredesburo.nl) opent en klikt op de tekst onderaan: “bibliotheek en archief”, krijg je een scherm waar je weer kunt klikken op de blauwe tekst:”Zoek online in de bibliotheek”.
Via deze pagina kun je boeken die aanwezig zijn in de bibliotheek van het Vredesburo opzoeken. Je kunt zoeken op Titel, Auteur, Trefwoord of Samenvatting. Het is voldoende om een deel van de zoekterm op te geven. Mocht een boek al zijn uitgeleend verschijnt de vindplaats in een rood vlak. Verdere informatie over hoe het lenen van boeken in z’n werk gaat kun je vinden door op de regel: “ Informatie over het lenen van boeken” te klikken, links bovenaan. Als je een interessant boek vindt, kun je langskomen of e-mailen om het te lenen. Denk wel even na hoe lang je het ongeveer wilt lenen.

Nieuw in de bibliotheek zijn:
“Mijn Jihad”, van Aukai Collins, Uitgeverij Elmar, 2002, 293 pagina’s; “Reise durch ein zerrissenes Land”, van Jan Goodwin, Uitgeverij Scherz, 1988, 349 pagina’s; “Saladins Söhne, Die Kurden – das betrogene Volk”, van Günther Deschner, Uitgeverij Droemer Knaur, 1983, 351 pagina’s; “Halbmond, Kreuz und Davidstern, Nationalitäten und Religionen im Nahen und Mittleren Osten”, door Wolfgang Günter Lerch, Uitgeverij Eichborn, 1992, 279 pagina’s;

Uruzgan“Uruzgan, Nederlandse militairen op missie, 2005-2010”, Van Christ Klep, Uitgeverij Boom, 2011, 246 pagina’s.
Militairen zijn trots op hun werk in Uruzgan. Tegelijk hadden ze grote twijfels over de zin van hun werk in deze Afghaanse provincie. Waar haalden ze hun motivatie vandaan? Wat was de militaire strategie? Waren de Taliban inderdaad doorgewinterde terroristen? Uruzgan zoomt in op de twee meest besproken facetten van de Nederlandse missie in Afghanistan: het politieke proces, inclusief de val van Balkenende-IV, en de militaire inzet. De analyse van de politieke ontwikkelingen legt fundamentele dilemma’s bloot; zo droeg juist de betrokkenheid van het parlement bij aan een moeizame besluitvorming. Ook toekomstige buitenlandse missies zullen daar nog last van hebben. Tegelijk ‘verkocht’ de Nederlandse regering het optreden in Uruzgan – met name de zogeheten Dutch approach– als een succesverhaal. Heeft de inzet in Uruzgan uiteindelijk nut gehad? Heeft Nederland er inderdaad iets blijvends tot stand gebracht? Dit is het eerste boek over Uruzgan dat deze fundamentele vragen aan de orde stelt en in een breder verband plaatst. Over de schrijver: Christ Klep is militair historicus. Hij werkte als onderzoeker bij het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING, project Nederlandse ontwikkelingssamenwerking) en als docent aan de Universiteit Utrecht. Ook geeft hij les op het ministerie van Defensie

amnesty“Het verhaal achter Amnesty International”,door Bert Breij en Tom van Oosterhout, Uitgeverij Maarten Muntinga, 2011, 239 pagina’s.
50 Jaar strijd voor mensenrechten. Amnesty International bestaat in 2011 een halve eeuw. De vijftigjarige blijkt op een kruispunt van haar geschiedenis te staan. Ze is uitermate succesvol geweest, vooral in de zestiger en zeventiger en ook nog begin tachtiger jaren. Haar opkomst en groei dankt ze aan het tijdsgewricht van toen, en aan haar opgebouwde ijzersterke onaantastbare imago als hoeder van de rechten van politieke gevangenen. Vrijwel alle internationale wetgeving voor mensenrechten is door Amnesty International veroorzaakt. Maar heeft ze misschien haar tijd gehad? Blijft ze te veel zichzelf? Is ze soms te ouderwets geworden? Bert Breij (socioloog/sociaal psycholoog, communicatiestrateeg en sinds 2010 gekozen lid van de Ledenraad van Amnesty International Nederland) en Tom van Oosterhout (onderzoeker) werden geholpen door voormalige topleiders van het hoofdkwartier in Londen om op deze vragen een antwoord te geven. Hiertoe behoort ook de in opspraak geraakte voormalige secretaris-generaal Irene Khan. De leiders vertellen en passant hun eigen geschiedenis en kleuren daarmee ook die van Amnesty International in. Daarnaast komt ook Jan Pronk, oud minister voor Ontwikkelingssamenwerking, aan het woord over zijn ervaring met Amnesty International.

Klep“Somalië, Rwanda, Srebrenica, nasleep van drie ontspoorde vredesmissies”, door Christ Klep, Uitgeverij Boom, 2008, 385 pagina’s.
Een vredesoperatie loopt ernstig mis: wie is dan verantwoordelijk? In 1993 stierven jonge Somaliërs door toedoen van Canadese militairen. Belgische en Nederlandse VN-blauwhelmen konden in respectievelijk Rwanda (1994) en Srebrenica (1995) een genocide niet voorkomen. Op papier zijn de verantwoordelijkheidsregels van politiek en krijgsmacht sluitend. De praktijk is echter weerbarstig. De inzet is hoog: leven en dood, moed en lafheid. Vooral de slachtoffers riepen om harde sanctionering van de verantwoordelijken.
Onderzoekscommissies bogen zich keer op keer over de gevoelige materie. Journalisten zagen in de drie ontspoorde vredesmissies – Somalië, Rwanda en Srebrenica – een aanleiding om de machinaties van politici en militairen bloot te leggen.
Deze studie analyseert de processen van verantwoording in Canada, België en Nederland. Welke tactieken gebruikten betrokkenen om verantwoordelijkheid te ontwijken of door te schuiven? De complexiteit van de gebeurtenissen en de organisaties (het many hands-fenomeen) bood genoeg argumenten én de ruimte om het spel van verantwoordelijkheidstoedeling jarenlang vol te houden, met een weinig bevredigende afloop.
Christ Klep is als docent en onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht,waar hij zich specialiseerde in militaire geschiedenis en defensievraagstukken (met name vredesoperaties) en politieke verantwoordelijkheid.

terug

arm door geldMARJA'S RECENSIE

Arm door geld

Titel: Arm door geld
Ondertitel: maar ook……… nieuwe kansen op bevrijding van de globaliseringmachine
Schrijvers: Henk van Arkel en Camilo Ramada
Uitgeverij: Strohalm, Utrecht
Jaargang: 2001
ISBN: 90 70334 04 6

Samenvatting

Uitwisseling van diensten en goederen met ruilsystemen is, ook in Nederland, een oplossing.

Petra de Beu, chef redactie “Hart van Nederland”

 

Dit is een origineel boek. Vernieuwing komt tot stand, heb ik ooit van Edward de Bono geleerd, door vragen te stellen over het vanzelfsprekende. Geld is zo vanzelfsprekend geworden dat we vergeten dat er alternatieven zijn.

Kees Zoeteman, schrijver van “Pioniers gevraagd”
Plaatsvervangend dg milieubeheer bij Vrom

 

Dit boek
gaat over evenwicht
het recht te mogen zijn
wat het is
voor elkaar

Herman van Veen, Cabaretier

Eigen visie

Dit boek ziet er anders uit dan andere boeken. Ik wil nu even aangeven dat dit boek origineel in elkaar zit. Het boek kun je gewoon van A tot Z lezen. Dat heb ik gedaan. Het is ook mogelijk om te zappen, van de ene letter naar de andere te springen, stukken kunt overslaan en alleen te lezen wat je interesseert . Als we over geld praten, wordt het gauw ingewikkeld. In dit boek wordt geprobeerd om het eenvoudig te houden . Daarom is dit boek gemaakt als “Zapboek”, een bladerboek. Let daarbij op de zap- aanwijzingen. Die kunnen u daarbij helpen. Ze verbinden zaken die op elkaar inhaken (inleiding van het boek).

Mooi beschreven vind ik het stukje onder het kopje: “Welke dromen vertellen we onze kinderen.” (B2):
Welke dromen vertelt de witte man zijn kinderen op lange winteravonden. Ik vind dat onze rijke wereld arm geworden is aan dromen. Hoeveel ouders praten nog met hun kinderen over de toekomst van de wereld als iets waar je wat van kunt maken, waar je iets moois van kunt verwachten en aan kunt toevoegen? Of moeten we van de televisiebeelden leren dat uitwassen en misstanden “normaal” zijn? Dat er nu eenmaal kinderen zijn die op straat en op vuilnisbelten leven?

Het boek gaat ook over Strohalm. Het streven van deze organisatie is dat economische activiteiten kunnen plaatsvinden zonder dat we schatplichtig worden aan het geldsysteem. We bouwen mee aan economische netwerken die mensen voor heel veel zaken onafhankelijk maken van duur geld. Netwerken waarin mensen plaatselijk met elkaar kunnen handelen zonder dat ze daarvoor geld van de wereldmark nodig hebben. (Hoofdstuk A)

Hoewel ik dit boek hier en daar niet zo makkelijk te lezen vond met de economische begrippen spreekt het gedicht van Herman van Veen me aan. Volgens mij gaat het boek daarover.

Marja Verheijke
Juni 2011

terug

RAAR MAAR WAAR

Airco in Irak en Afghanistan kost Amerikaans leger elk jaar 20 miljard dollar

20 miljard dollar. Dat is het fabelachtige bedrag dat de Amerikaanse troepen in Irak en Afghanistan elk jaar besteden aan airco. Dat is meer dan het totale budget van de ruimtevaartorganisatie Nasa en ook meer dan het totale nationaal inkomen van Afghanistan.

Het is de oud-generaal Steven Anderson – die ooit aan het hoofd stond van de logistiek in Irak – die de cijfers onthulde op de Amerikaanse radiozender NPR.

De kosten lopen zo hoog op doordat de verspilling enorm is: in de grote hitte van Irak en Afghanistan moet de airco tenten koel houden. Maar ook doordat het zo moeilijk is de brandstof voor de airco ter plaatse te krijgen. Een vrachtwagen doet er soms 18 dagen over om de verafgelegen kampen te bereiken. Bij die transporten kwamen ook al meer dan 1000 troepen om.

In totaal zal het Pentagon volgend jaar 107 miljard dollar besteden in Afghanistan. Het BNP van Afghanistan bedraagt 15,6 miljard dollar.

Het zou volgens Anderson milieuvriendelijker kunnen, maar binnen het leger bestaat daar weinig enthousiasme over, aldus de oud-generaal.

bron: www.dewereldmorgen.be

terug

DE BLAADJES

 

ISIS: het magazine over Internationale Samenwerking; nummer 5, juni 2011

Het IS bericht over het succes en het falen van ontwikkelingssamenwerking in  alle landen waar Nederland helpt de armoede te bestrijden.
Daarnaast volgen we bedrijven en burgers die hun steentje bijdragen en suggereren we wat jij kunt doen om een betere wereld dichterbij te brengen. IS is een maandelijkse uitgave van NCDO. NCDO helpt mensen en organisaties met advies en subsidie, die inzetten voor de verbetering van de positie van mensen in ontwikkelingslanden.

Het thema van dit nummer is wel voedsel. Wat is de status van voedsel en gebrek aan voedsel in de wereld. Dit is niet best. De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is steeds meer gericht op een win-win situatie. Dat wil zeggen het motiveren van Nederlandse bedrijven om in de derde wereld ontwikkeling op te zetten.
Nederland heeft als expert op het gebied van voedseltechnologie veel te bieden aan de derde wereld. In het blad wordt een bezoek gebracht aan een aantal wetenschappers uit Wageningen. Een interessante invalshoek komt hierbij van Prem Bindraban, directeur van bodem-kenniscentrum ISRIC.

Hij zegt dat we eindelijk eens moeten stoppen met het denken dat het voedselprobleem een verdelingsprobleem is. Het idee achter het verdelingsprobleem is als volgt, er is genoeg voedsel voor iedereen in de wereld. Maar we consumeren in het Westen teveel, dus als wij minder gaan consumeren, dan kunnen we dat herverdelen. Onzin, zegt Bindraban, we proberen al jaren te herverdelen en het gebeurt toch niet. Ondertussen gaan er wel mensen dood van de honger. Daarnaast is er de zaak of een land kan voorzien in de eigen voedselproductie. Ook hier roept het Westen dat dat niet hoeft. Concentreer je op waarmee je wel geld kunt verdienen en koop de rest in. Dat gaat echter niet goed met de prijzen. Voedsel is en basisbehoefte. Je kunt wel zonder schoenen, maar niet zonder eten. Het is dus belangrijk, volgens Bindraban, dat landen gaan voorzien in hun eigen levensmiddelen behoefte. In Nederland kunnen we daar bij uitstek en rol in spelen door de grote kennis op het gebied van allerlei gewassen.

Ik vind dit een verademing. Het is het specificeren van een probleem en het willen oplossen van een probleem zonder in een naïviteit te verzanden. Dit soort opvattingen geven een frisse blik op de problematiek. In die zin is dit blad zeker een aanrader om eens na te slaan.

Bart Fievez

terug

Gevleugelde woorden

"Ieder slecht mens kan opschudding en onenigheid teweeg brengen; om vrede en harmonie te stichten is een goed mens nodig."
Tacitus  (Rome)

 

ZIJN EN DOEN!

Eergerelateerd geweld

Eergerelateerd geweld

Een praktische vertaling van mijn theoretische bezinning over ‘vrouwen en vrede’ heeft haar vruchten afgeworpen. Na enig gemor, getrek en tijdnood bracht ik het er uiteindelijk toch nog goed vanaf. En redelijk succesvol. Het had beter gekund als ik wat praktische zaken eerder benaderd had, maar laat ik dat als leerpunt nemen. Het thema van mijn activiteit ging over ‘eergerelateerd geweld’. In de eerder verschenen nieuwsbrief nr. 52 beschreef ik de voorafgaande theorie als aanleiding voor de activiteit. Binnen ‘vrouwen en vrede’ zou ik het hebben over de machtsverhoudingen tussen man en vrouw en daaruit zou een activiteit rondom ‘geweld en vrouwenrechten’ komen. Dit is gebeurd.
Ik besloot het thema ‘eergerelateerd geweld’ te nemen om twee redenen. Tijdens mijn voormalige samenwerking met Indigo-Wereld raakte ik in contact met Fereshteh Moradi, die een eigen bedrijf heeft over eerwraak en eergerelateerd geweld. Zij probeert deze verschijnselen tegen te gaan door cursussen, workshops, presentaties en lezingen te geven over eerwraak en eergerelateerd geweld. Het idee om eergerelateerd geweld als onderdeel van een activiteit te nemen was al eerder in aantocht, maar werd na de beëindiging van de samenwerking met Indigo-Wereld pas gerealiseerd. Verder is ‘eergerelateerd geweld’ een redelijk nieuw verschijnsel, dat nog niet bij iedereen bekend is. Aangezien het cruciaal is om eergerelateerd geweld aan te pakken voor de bevordering van vrouwenemancipatie, maar ook om te werken aan ongelijkwaardige machtsverhoudingen, leek me dat wel heel interessant.
Daarom benaderde ik Fereshteh voor de mogelijkheid om samen te werken en een activiteit te organiseren omtrent dit onderwerp. Op donderdag 26 mei vond de uitvoering van mijn activiteit plaats in het Wijkcentrum de Dommel in Gestel, Eindhoven. Het begon om 19:00 uur en eindigde om 21:00 uur. Uiteraard waren er de nodige zenuwen. Die zorgden ervoor dat ik de kwaliteit goed in het oog hield. Hoewel ik er wel eens moeite mee heb om voor een groep te spreken, ging het me die dag goed af. Mijn ervaring is dat wanneer ik de druk voel om het goed te doen en het besef dat ik het op dat moment goed moet doen en er geen weg terug is, het ervoor zorgt dat ik JUIST beter presteer dan wanneer ik weet dat ik er nog de nodige tijd voor heb. Dan rolt het er ineens uit.
Fereshteh hield een presentatie over eerwraak en eergerelateerd geweld en ik een korte presentatie over vrouwenrechten. Fereshteh behandelde in haar presentatie de verschijnselen van eerwraak en eergerelateerd geweld, aanleidingen hiervan, en hoe hieraan gewerkt kan worden. Eergerelateerd geweld is een cultureel verschijnsel, dat voortkomt uit eeuwenoude tradities en gewoonten. Het komt voornamelijk voort uit islamitische, bepaalde Afrikaanse en Hindoestaanse culturen. Sterk patriarchale culturen.
Er was veel belangstelling voor het onderwerp. De deelnemers voor de activiteit gaven dit zelf ook aan. Ook gaven ze aan er iets aan te hebben gehad. Dat was natuurlijk wel fijn om te horen. Dat is namelijk het voornaamste. Ik ben er al tevreden mee dat ik één van de doelstellingen heb kunnen waarborgen, aangezien het altijd gissen is naar effectiviteit. Dat was ook wel een van mijn grootste zorgpunten. Je doet het namelijk ergens voor. Ik ben blij te kunnen melden mijn theorie goed te hebben afgesloten met een praktische uitvoering.

Samira

terug

WERELDREIZIGERS

Wereldreizigers

Binnenkort bij het Vredesburo!

Het Vredesburo is bezig met het ontwikkelen van een modulair lesprogramma voor leerlingen van 8 tot 18 jaar. Het thema is Wij en de Wereld, waarbij een aantal onderwerpen aan de orde zullen komen, zoals: De Verhalenverteller, De Krant, Dansen en Springen, TIKKIE, Internet en Smakelijk Eten. Het programma is nog volop in ontwikkeling. We willen het in het komende jaar aan het onderwijs gaan aanbieden. Wilt u aan het programma meewerken op welke manier dan ook, of wilt u meer informatie, neem dan contact met ons op.

 

terug