Eindhovenaren laten zich van hun filosofische kant zien
Verslag van het vierde 'stadsgesprek'


Het Vredesburo Eindhoven organiseerde op 19 december 2001 een publieksdebat met een heel eigen karakter. Deze avond overheersen vooral De Grote Tegenstellingen. Die tussen arm en rijk bijvoorbeeld. Tussen wij en zij. En tussen ik en de groep. De thema's zijn, met andere woorden, filosofischer dan bij de voorgaande stadsgesprekken in Amsterdam, Rotterdam en Enschede. De felheid is echter als vanouds. "Bin Laden wordt geïnspireerd door islamitische bronnen." "Kom op zeg, die man heeft gewoon een hoop geld."

In Eindhoven is minister Pronk van het ministerie van VROM als afgevaardigde van het kabinet aanwezig. Hij blijkt niet minder in de materie thuis te zijn dan minister Van Boxtel die deelnam aan de voorgaande stadsgesprekken. "Alle landen veranderen", zegt Pronk in zijn openingsspeech, "ook Europa hoewel we gewend waren vooral naar wat elders gebeurt te kijken. Soms veranderen landen omdat de grenzen verschuiven. Of vanwege economische ontwikkelingen of migratie. Soms ook omdat het politieke systeem verandert, zoals in 1989. Dan weer overheerst na afloop de opluchting, dan weer de nachtmerrie. Het is belangrijk dat iedereen zich bij die veranderingen betrokken moet voelen. Ook na 11 september. Voelt iedereen zich hier nog wel thuis? Of is er afstand? En zo ja: hoe kunnen we dat voorkomen? Door te praten dus, de dialoog. Dat is de functie van de stadsgesprekken."

Stedenbanden
Na Pronk neemt burgemeester Welschen het woord. Op de minister inhakend legt hij uit dat Eindhoven een goede reputatie heeft op het gebied van de dialoog, getuige de vele officiële banden die de lichtstad met steden in het buitenland onderhoudt. En iedere keer wanneer er zich een nieuwe zusterstad aandient, barst de discussie los. "Naar aanleiding van onze banden met Turkije hebben we hier de Koerdische discussie gehad, we hebben over Soedan gepraat en over Nicaragua. Er zijn hier ANC-ers op bezoek geweest en mensen van de Waarheidscommissie."

Dat is allemaal grootschalig. Maar het gebeurt ook kleinschalig, aldus Welschen: "Op initiatief van Balans zijn mensen in gemengde wijken met hun buren gaan praten. Tijdens Euro 2000 hebben Turken grote hoeveelheden eten ingekocht en uitgedeeld om hun verbondenheid aan te geven. We hebben hier in Eindhoven de jaarlijkse fakkeltocht. En na 11 september hebben wij als B&W meteen mensen van allerlei groeperingen voor gesprekken uitgenodigd."

Praten, de dialoog, individuele gesprekken, de burgemeester heeft er dezelfde voorkeur voor als de minister. Ook als er minder politiek correcte meningen worden geventileerd. Of misschien wel: júíst. Dan loop je ook risico's dat imams hun afkeuring over homoseksualiteit uitspreken: "Maar zo leren we elkaar wel beter kennen. En dat is goed voor de multiculturele gemeenschap."

Inspiratiebron
Inmiddels heeft op het podium Anne Kooij plaatsgenomen, voormalig vrijwilliger bij het Eindhovens Vredesburo en nu werkzaam als arbeidspastor in Arnhem. Anne Kooij, de gespreksleider van het Eindhovense debat, introduceert vier panelleden. Het eerst panellid is kunstenaar Niek van der Kleij. 11 september heeft hem vooral geïnspireerd: "Emoties komen naar boven. Mijn muziek heeft een klantverandering ondergaan. Is melodieuzer geworden, vanuit een behoefte aan harmonie."

Het tweede panellid is Frank van Helmond, docent filosofie en ethiek. Hem wordt gevraagd of de filosofie wellicht antwoorden op 11 september weet. "Nee. Vanuit de filosofie kunnen we analyses maken van wat er gebeurd is en van de gevolgen daarvan. Maar daar zijn we wel even mee bezig." Hij haalt de uitspraak van de Duitse filosoof Jürgen Habermas aan tijdens de uitreiking van de Vredesprijs in Frankfurt: "Tot nu toe moesten mensen met een ideologische achtergrond legitimeren wat ze vonden. En nu moeten we accepteren dat er mensen zijn die ideologieën hebben." Waarmee hij bedoelt: "Nu moeten we dus wel luisteren."

Peter Schmid, bouwkundig ingenieur aan de TUe, en derde panellid vanavond, heeft een kleine presentatie voorbereid naar aanleiding van zijn artikel 'Kwetsbaar voor misbruik van techniek'. Hij wijst hierin onder meer op het ontwerpen van steeds grotere vliegtuigen en het bouwen van wolkenkrabbers: "Dat lokt terrorisme uit."

Bin Laden lezen
Het vierde panellid tenslotte, directeur van de Landelijke Islamitische Organisatie voor Maatschappelijke Activering Hassan Yar, vertelt hoe hij stelling heeft moeten nemen over 11 september. Daarbij heeft hij zich vooral beziggehouden met de vraag 'hoe wij de stem van Bin Laden moeten lezen': "Is het de stem van de radicale islam, van de burgerlijke islam, van de Midden-Oosten islam?" In een poging hierop een antwoord te vinden, houdt hij een verhandeling over de islamitische verwarring in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie en ontwikkeling in het Westen.

Yar: "Moslims namen toen drie houdingen aan. Er was een groep die koos voor isolatie, die niets met christenen te maken wilde hebben. Dan waren er moslims die zich koste wat het kost aan het Westen wilden aanpassen. En er was een groep die zich verzette, die legitimering van hun woede zocht bij de islam. Daar is ook het fundamentalisme uit ontstaan."

Maar, wil gespreksleider Anne Kooij weten, wat is dan het specifiek islamitische in de aanslagen op 11 september? Yar heeft daar geen pasklaar antwoord op: "De groep Bin Laden voelt zich in elk geval geïnspireerd door de islam." Een reactie van een joodse heer uit de zaal: "Bin Laden heeft niets met de islam te maken! De man heeft gewoon een hoop geld." Dan is het tijd voor pauze.

Stellingen
Na de pauze worden een aantal stellingen op het scherm geprojecteerd. De eerste luidt: 'De wereld is meer gepolariseerd, meer verdeeld in wij en zij'. "Wie zijn wij en wie zijn zij?" vraagt iemand in de zaal zich dan af. "Wij Europeanen kunnen toch nooit claimen raszuiver te zijn?" Een man reageert: "Het heeft ook niets met rassen te maken, maar met het feit dat sommige mensen zich meer met dit deel van de wereld verbonden voelen en anderen meer met elders."

Wij? Zij? "Gaat het er niet veel meer om wie ík ben?", poneert een vrouw een nieuwe stelling: "Ben ik kunstenaar, vrouw of katholiek? De ellende begint bij de identificatie. Pas wanneer je jezelf daarvan vrij kan maken, kun je aan oplossingen werken."

"Maar dan krijg je een geïndividualiseerde samenleving", is de respons, "willen we dat dan?" Panellid Hassan Yar: "In de discussie over de multiculturele samenleving laat de overheid alle ruimte aan de mondige burger die 'ik' kan zeggen. Het probleem voor allochtonen is dat ze én een gemeenschappelijke cultuur hebben én de Nederlandse taal niet spreken: dat staat het individuele voor jezelf opkomen in de weg." Overigens vindt Yar tegelijkertijd dat je wel een wij-gevoel nodig hebt voor een harmonieuze samenleving. Waarop dan weer vanuit de zaal klinkt dat 'ik' eigenlijk eenheid betekent...

Economisch gesprek
Moeten we eigenlijk ook niet het economische gesprek voeren waar Peter Schmid in zijn presentatie op wees? Is het niet zo dat de mensen die zich tot die andere kant van de wereld aangetrokken voelen, de schrijnende kant, zich met arm vereenzelvigen en de anderen met rijkdom? Een allochtone vrouw: "De tegenstellingen zijn zo groot. Om arm en rijk, zwart en blank tot elkaar te brengen moet je meer doen dan alleen praten." En iemand anders: "Rijken moeten eens beseffen dat ze eigenlijk heel arm zijn!"

Filosoof Van Helmond probeert een brug te slaan tussen 'wij en zij' en 'arm en rijk'. "We hebben in het Westen te maken met een verticale samenleving. Wij, de geslaagden, zijn voortgekomen uit massale, jarenlange immigratie. Zo zijn we boven aan de ladder gekomen. Je ziet dan dat naarmate het mensen beter gaat en ze gelukkiger zijn, ze minder behoefte aan het wij-gevoel hebben, terwijl overleving juist het collectieve oproept. Tegelijk zie je dat onder de minder geslaagden de culturele tegenstellingen overheersen."

Een man die in de bouw werkt, geeft daar een praktijkvoorbeeld van: "De overheid heeft de scheiding zelf in de hand gewerkt met de VINEX-lokaties. Daar worden alleen maar dure huizen gebouwd. Er is dus geen onderling contact meer tussen arm en rijk, je leert niet met elkaar samenwerken."

Een andere man bevestigt dit. "Ik woon zelf in een achterstandswijk. Daar is de pikorde als volgt: een stelletje blanke asocialen maakt er de dienst uit en de buitenlanders hebben niets te zeggen. Als deze allochtonen een voorbeeld aan die Nederlanders moeten nemen, zie ik het somber in." Hij vindt ook dat de problemen van onze multiculturele samenleving na 11 september niet groter maar wel duidelijker zijn geworden. Hij sluit zich hiermee aan bij de tweede stelling die inmiddels is geprojecteerd. "Vlak na de aanslagen merkte ik dat er spanning in de wijk heerste. Je had de neiging om steeds maar achterom te kijken."

Beeldvorming
Ook een Marokkaanse man ervaart dit zo. Hij is getreiterd omdat hij overlast zou bezorgen, omdat hij crimineel zou zijn. Maar het is allemaal het gevolg van beeldvorming over Marokkanen. Alle instanties erkennen het probleem maar ze kunnen er niets aan doen.

Een allochtone jongere vraagt zich af of de media ook geen kwalijke rol hebben gespeeld bij het op scherp zetten van de tegenstellingen tussen Nederlanders en medelanders: "Ik heb de indruk dat mensen, vooral van mijn leeftijd, heel snel conclusies trekken op basis van ongenuanceerde uitspraken op de televisie." Ook panellid Niek van der Kley is niet erg te spreken over de traditionele massamedia: "Je kunt veel beter met de mensen zelf praten. Daarvoor kun je op internet betreft. Chatten geeft een veel eerlijker informatieoverdracht."

Aan het eind van de avond grijpt minister Pronk de gelegenheid aan om zijn mening over de culturele samenleving te geven. "Toen ik klein was, hadden we in Scheveningen één vreemde man, een Chinees die sigaretten verkocht. In de jaren vijftig zag je de eerste Surinamers en misschien een paar Molukkers. En nu wonen er in Nederland mensen uit - ik geloof wel - 120 verschillende landen. Dat is de multiculturele samenleving. Voor sommigen is dat een probleem. Voor politici als ik niet: die mensen laten ons iets zien van de complexe, veelzijdige wereld."

Droom
Pronk realiseert zich best dat hij een droom heeft. Hij mag dan in dat wij-gevoel zijn opgegroeid, als je in een achterstandswijk met etnische problemen geconfronteerd wordt, denk je wel anders. "In sommige wijken heeft gettovorming plaatsgevonden. Zo krijg je kinderen niet bij elkaar, leren ze niet samenwerken, ontstaat geen nieuw wij-gevoel. We moeten ons daarvan in Den Haag bewust zijn."

Vervolgens gaat minister Pronk in op een opmerking van president Bush naar aanleiding van de gebeurtenissen op 11 september. "Bush zei: 'wie niet voor ons is, is tegen'. Dat kan alleen maar tot verdeling leiden. Ik ben daar erg van geschrokken. En ook toen de Amerikanen niet meer wilden praten. Dat moet je áltijd blijven doen. Ook in Nederland, ook hier in Eindhoven. Ik heb veel geleerd van Surinamers en Chinezen. De dialoog brengt wederzijdse verrijking tot stand. En daar gaat het om in een multiculturele samenleving."

Bron: Ministerie van binnenlandse zaken