Diyarbakir

De volgende dag blijven we in Diyarbakir. Een zeer oude stad, vroeger Amida en door de Koerden Amed genoemd, die al in 115 n.Chr. door de Romeinen werd veroverd. Na veroveringen door de Sassanieden, Byzantium, Arabieren, Saldsjoeken, Ortokiden, Mongolen en Perzen, kwam het via een vredesverdrag in 1515 toe aan de Osmanen.
Deze veroveringen brachten niet alleen destructie. Diverse malen werd de muur verder uitgebouwd of van extra torens voorzien. De Ulu Cami (de grote moskee) uit de 4de eeuw is eigenlijk een kerk, maar werd na de verovering door de Arabieren voor tweederde in gebruik genomen als moskee, terwijl eenderde in gebruik bleef als kerk voor de christenen. Over multiculturele samenleving gesproken.
We wandelen door de stad, samen met een flink aantal vrienden en worden op de voet gevolgd door een man met een biebelebieb in zijn zak. Alhoewel de Engelse jongeren hier nogal verbaasd over doen, letten we er verder maar niet op.
Vandaag gaan we ook naar het kantoor van de HADEP. Dit is de democratische volkspartij, die in Diyarbakir een grote aanhang heeft. Omdat de staat van beleg nog steeds van kracht is, heeft de burgemeester (van de HADEP) eigenlijk niets te zeggen in de stad: de militaire gouverneur is de baas zolang de staat van beleg van kracht is. Onlangs is deze weer met vier maanden verlengd. Gevolg van deze politieke strijd om belangen is bijvoorbeeld, dat de burgemeester in een lastig parket wordt geplaatst in een project met als doel om de stad weer schoner te maken. Er zijn duizenden vluchtelingen in Diyarbakir neergestreken. Velen leven in krottenwijken in de buurt van de enorme muur van basalt. Dit gebied zou schoongemaakt moeten worden. Om deze schoonmaak te realiseren komt er geld van de staat. De gouverneur beveelt de burgemeester om de mensen, die daar in krottenwijken wonen, te verplaatsten. Maar er is geen woonruimte, en al helemaal niet betaalbaar. Zo staat de burgemeester recht tegenover de mensen, die hem steunden. Verdeel en heers is nog altijd een zeer veelvuldig gebruikte methode om je zin te krijgen. Er is nu ook een proces gaande tegen de HEP, een voorloper van de HADEP, bij het Turkse constitutionele hof, met als inzet de vraag deze pertij de Turkse eenheidsstaat bedreigt. Vlak voor het ter perse gaan van deze brochure kwam mij het bericht toe dat het constitutionele hof vindt dat dit niet het geval is, wat vele complicaties voorkomt.
In het kantoor van HADEP is een herinneringsbijeenkomst voor Helepce. Twaalf jaar geleden voerde Saddam Hoessein een gifgasaanval uit op verschillende Koerdische dorpen. In het bijzonder het dorp Helepce werd zwaar getroffen. Toevallig wist ik hiervan, omdat ik jaren geleden in Turkije op vakantie was en een kleurenposter heb gekocht met foto's van dit dorp. Een afschuwelijke poster. Op deze bijeenkomst waren honderden mensen aanwezig, toegesproken door lokale politici, jongeren, gedichten op cassettes en er speelde een band. De sfeer is ontspannen ook al is het een drukte van jewelste. We praten met diverse mensen en vooral ouderen komen naar ons toe om ons te bedanken voor onze aanwezigheid.
Die middag hebben wij allemaal een rondetafel discussie met locale jongeren. Er zijn ook enkele senior partijleden aanwezig. Onze jonge Engelse reisgenoten hebben het niet eenvoudig om hun situatie uit te leggen. Waar iedereen in Koerdistan in hetzelfde schuitje zit, daar hebben deze jongeren toch de luxe om zich heen om minder met de strijd bezig te zijn. Murat, één van onze reisgenoten zegt daarop dat de politiek van de regering in Engeland gericht is om jongeren zo min als mogelijk aan politiek te laten deelnemen. Als je dit ziet vanuit het perspectief van de consumptiemaatschappij, die niets liever wil dan dat men geen vragen stelt, maar gewoon blijft consumeren, dan zit daar wel een kern van waarheid in. Sommige doen er zich makkelijk van af, maar de Koerdische jongeren kunnen niet anders dan doorzagen: hun gehele leven, en dat van hun ouders en grootouders, staat in het teken van de strijd. Deze strijd is nog niet gewonnen. De gewapende strijd heeft het probleem op de politieke kaart gezet, maar verder is men nog niet. Het tempert de vrolijkheid aan de kant van onze Engelse reisgenoten een beetje. Aan ons Nederlanders (en eigenlijk buitenstaanders) wordt gevraagd hoe wij denken over de geopolitieke ontwikkelingen. Wij kunnen echter niets anders doen dan vaststellen, dat de beschaving nog maar een prematuur stadium heeft bereikt, dat democratie ook in het Westen niet veel voorstelt, omdat aan geld meer waarde wordt gehecht, dat het niet meer dan logisch is dat de Koerden gelijke rechten krijgen en dat men in het Westen vooral bezig is met eigen problemen te definiëren en op te lossen. Er gaat een anekdote de ronde over het geld als de nieuwe god, waarbij de akelige situatie kan ontstaan dat de één meer god bezit dan een ander. Maar nuchter wordt gesteld, dat zij die god in hun broekzak dragen, zonder ziel zullen slapen.
Leuke bijkomstigheid is overigens dat de vrijheidsstrijd, zoals die gaande is, ook een strijd is voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Al met al dus weinig machogedrag en veel serieuze vrouwelijke gesprekspartners. Iets wat mij persoonlijk altijd een prettig gevoel meegeeft.
In Diyarbakir ontmoeten we ook de redactie van Tigris, een studentenmaandblad, het medisch centrum wat mede door de solidariteitsgroep Koerdistan in Eindhoven wordt ondersteund, afgevaardigde van de mensenrechten-organisatie en heel veel vrienden en vrienden van vrienden.

 

Lees verder >>>>