| Samenvatting: | Danny is zo'n ongelukkige die overblijft, een van diegenen die de slachting van een kernoorlog levend doorkomen. In Shipley, een alledaags stadje in het noorden van Engeland , zijn er nog wat mensen over. Danny doet er geen doekjes om, als hij het schouwspel rondom hem beschrijft. Hoe hij de voedselvoorraad in de kelder van zijn vaders winkel verdedigt, over de zwarte regen, hoe hij onbesmet water haalt bij de put, over de Zwevers, de Dassen en de Purperen. Over alles. Danny vertelt wat er gebeurt met de mensen van Shipley, in het bijzonder met hemzelf, een meisje Kim en zijn kleine broer Ben, die slechts zeven jaar was, toen de bommen vielen. Toch is het geen depressief boek. Het zet ons aan er wat tegen te doen, en ons niet te laten ontmoedigen.  |