| Samenvatting: | ‘Het is aan de vrouwen om als moeders de komende geslachten te verdedigen ’Laten zij haar stem verheffen, zodat men haar hoort? Deze woorden van Albert Schweitzer dateren uit 1958. Is dat zo ? Hebben de vrouwen nooit hun stem laten horen? De schrijfster is op ontdekkingsreis gegaan en doet hier het rijke en gevarieerde verslag van haar tocht. ‘Mijn weg ging langs vurige toespraken, saaie congresverslagen, knipsels en krantenberichten, vrome tijdschriften, onaanzienlijke brochuretjes, sprankelende memoires, plechtstatige documenten. Langs dameskransjes, parlementen, sociale, politiek en economische bewegingen, in hoopvolle tijden, tragische oorlogsjaren, verbijsterende perioden. En bij dit alles de mensen. Eerst de vrome mannen van goede wil met een achtergrond van hulpvaardige anonieme vrouwen. Laten de vrouwen op eigen kracht, soms als schitterende sterren aan de vredeshemel, ook als onbevangen vragenstelsters, als vertwijfelde moeders, als kordate feministen…In het heden aangekomen antwoordt de schrijfster op de urgente vraag: Wat zeggen, wat doen de vrouwen van onze tijd? verantwoordelijkheid voor de Vrede tussen man en vrouw is ondeelbaar. De richtlijn moet zijn niet alleen, maar samen. Bovendien: anders dan tot nu toe. Het nieuwe woord is zelfkennis. Als vrouw, als man, als vrije mensen. Daardoor kan naast de verantwoordelijke man en vader de plaats vrij komen voor de maatschappelijke moederlijkheid van de vrouw, met een bewoonbare wereld voor ons aller kinderen als doel.  |