| Samenvatting: | Enkele jaren geleden bleek uit een opinieonderzoek dat Fritz Behrendt - vroeger medewerker van het Algemeen Handelsblad, en later van Het Parool - en Opland - medewerker van de Volkskrant en de Groene Amsterdammer - tot de meest bekende politieke tekenaars van Nederland behoren. Hun prenten zijn soms aanleiding tot interessante politieke discussies en interpretaties. In 1969 bijvoorbeeld speelde een tekening van Opland een rol in de aanklacht van Hilterman tegen de Volkskrant, die rondweg 'antisemitisch, althans anti-Israël' zou zijn. Naar aanleiding van een prent van Behrendt in Het Parool over de oorlog in Vietnam riep Jan Blokker in een van zijn woedende bijdragen aan de Volkskrant uit, dat hij de naam van de tekenaar niet over zijn lippen, laat staan uit zijn pen kon krijgen.
In dit boek wordt het werk van beide tekenaars over een periode van ongeveer vijftien jaar vergeleken. Na een inleiding en een aantal biologische notities worden enige politieke zaken uit de zestiger jaren nader bekeken: de slotfase van het Frans-Algerijnse conflict (1961-1962), de val van Nikita S Chroetsjow, (1964), de Zesdaagse oorlog (1967) en de Praagse lente (1968).
Het grootste deel van het boek, waarin 150 illustraties zijn opgenomen, behandelt de visie van de tekenaars op de oorlog in Indo-China. Koos van Weringh (1934) publiceerde eerder het boek Albert Hahn: tekenen om te ontmaskeren, dat in 1973 herdrukt is. In het dagelijks leven is hij hoogleraar in de criminologie aan de Universiteit van Amsterdam.
|
| Trefwoorden: | F. Behrendt, Opland, cartoons, strips, 1961-1975, geschiedenis, prenten, politiek, zestiger jaren, Frans-Algerijnse conflict (1961-1962), de val Nikita S. Chroetsjow (1964), Zesdaagse oorlog (1967), de Praagse lente (1968), media, Het Parool, De Volkskrant, De Groene Amsterdammer, illustraties, Indochina, |